Naar Andasibe.

29/10/2018


Na een goede nachtrust - ‘t was nodig - staan we vandaag klaar voor het echte begin van onze Madagaskar-reis. Auto (4x4) geboekt bij “Just in Madagascar”. Deze morgen staat de vrouw van eigenaar Manoa ons op te wachten aan de receptie van het hotel. Zij handelt de financiële kant van de transactie af. Justin, vader van Manoa zal onze chauffeur zijn voor de volgende weken. Op weg dus, in een “bak” van een Nissan 4WD, doorheen de drukke voorsteden van Tana. 


We kijken onze ogen uit: dezelfde straattonelen, als gisteren maar nu eindeloos. Het lijkt of we van het ene marktje door en langs het andere rijden. Tot we dan toch - nog steeds in Tana - langs rijstvelden rijden. Twee vrouwen vissen met een net op kleine tilapia in de vijvers en poelen tussen de rijstvelden. In de verte de heuvel met het stadscentrum en het uitgebrande paleis van de koningin. Een koningin uit de 19de eeuw weliswaar. Madagaskar is een republiek en volgende week zijn er presidentsverkiezingen:  de eerste ronde met 36 kandidaten waarvan 4 ex- presidenten. Posters en affiches overal. “Les têtes de nos voleurs", zegt Justin stoïcijns. Ene Rajoelina heeft blijkbaar geld geïnvesteerd in T-shirts. Zijn kop prijkt nu op menig Malagassische

rug. 


Nog even Ariary bijtanken: met wat moeite halen we nu in twee keer 600.000 Ar uit de geldautomaat. Da’s 152 € en een stapel biljetten van zo’n kleine 4 cm dik. 


Bakstenen en hout.


Langs de rivier - nog steeds in Tana - stoppen we om de voor ons ongewone bedrijvigheid gade te slaan. Steenbakkers! Mensen halen met klei uit de rivier, boetseren die tot bakstenen en bakken ter plaatse in geïmproviseerde ovens. En dat zowel op de oevers als op eilandjes hier en daar verspreid. Grote drukte want voor het regenseizoen moeten alle gebakken stenen op en over de aarden dijk geraken: alles overstroomt dan! In mensenkettingen gaan de stenen van hand tot hand om op zebu-karren of platte houten wagentjes te worden geladen en/of ter plaatse verkocht te worden. En natuurlijk dient de rivier ook als wasplaats en de oevers als droogrek. Wat een schouwspel. 


River scene in Tana


We rijden langs de Route Nationale 2 richting het oosten, naar Andasibe, naar de natuur, weg van de drukte. De dorpjes, nog steeds pittoresk, worden zeldzamer. De weg stijgt naar de top van het hoogplateau, van 1.280 meter (Tana) tot 1.570 meter. Granietrotsen, geschuurd en gepolijst door de natuur domineren hier. Hier en daar een kaalgeslagen helling: “Vroeger was dit allemaal bebost”, zegt Justin. ‘t Bos wordt gekapt en verbrand om landbouwgrond te winnen. Hout is duur in Madagaskar. Overal wordt houtskool verkocht. Overal zie je mensen hout uit het bos sleuren. Om te koken. Om te overleven. Madagaskar werd vroeger het groene eiland genoemd. Nu is dat het rode eiland, omwille van de kleur van de aarde. Als ‘t zo doorgaat spreken we over een paar decennia over het zwarte eiland. 


Réserve Peyrieras.


We dalen af naar de oostelijke kustvlakte. De valleien en hellingen zijn hier gelukkig (voorlopig?) nog meer bebost. Net voor de middag stoppen we aan de Réserve Peyrieras, een klein privé-parkje.  Inkom voor twee personen + wandeling van 45 minuten met gids kost ons 45.000 Ar, 11 €. Hier zien we onze eerste kameleons van heel dichtbij. Grote, kleine, heel kleine, zwarte, kleurrijke, gehoornde ... en kikkers en slangetjes (Boa). Exotische begroeiing ook: een gemberstruik in bloei, palmbomen en -struiken met daartussen grote spinnenwebben en spinnen van zo’n 5 cm groot. Allemaal leuk voor foto’s. 


Chameleon


Een eindje voorbij het park stoppen we in een klein dorpje - Ambodiamontana - voor lunch in een “hotely”. Dat is geen hotel maar een eenvoudig eettent. Eenvoudig, net zoals de lunch: Chinese soep met ei en ham; omelet met frieten (= gefrituurde in vieren gesneden aardappelen). Mijn THB  - Three Horses Beer - komt uit een grote koelkast ... die niet aan staat. Dus, lauw biertje drinken. Buiten verkoopt een vrouw in kleurrijke kleren gemberwortels. 


Eulophiella.


We rijden verder door de mango-streek, door een klein maar druk stadje: Moramanga, wat “goedkope mango” betekent. Dan naderen we ons einddoel: Eulophiella Lodge, dicht tegen het nationaal park van Andasibe. Nu blijkt een 4x4 nodig: we verlaten de RN2 langs een hobbelig een bochtige, rode aardeweg, 5 km lang tussen het groen. Af en toe passeren ons kinderen met takkenbossen op het hoofd. En zelfs hier, zo dicht bij het nationaal park stijgt rook op uit de bossen. Eulophiella is een verademing: ongelooflijke rust te midden van de natuur in een heel ruime, vrijstaande bungalow. Perfect om op adem te komen. 

Maar er staat nog een nachtwandeling op het programma: wij tweeën met een spoorzoeker. De eerste vijf minuten denk je altijd op zo een tocht: hier zien we niks! Het is pikdonker. Langs een smal paadje trekken we het woud in. Allerlei gekwaak, geritsel, vreemde geluiden ... zelf spotten we alleen maar takken en dode bladeren. En toch: onze gids ontdekt verschillende kleine kameleons. En plots: een muis-maki, niet groter dan een hand donzig, pluizig, heel schattig met zijn grote ogen, de kleinste van de primaten. Ineens stapt Betty bijna op een kleine gekleurde bol die beweegt! Een baby tenrec vlucht weg in het struikgewas. Een tenrec is een soort egel maar dan zonder de stekels. Het paadje stijgt en daalt. ‘t Is nog warm in het bos, warmer dan op de open vlakte: we zijn te dik gekleed ... zweten! We spotten een dwerg-maki die rustig een avondmaal van krekels verorbert. Dan nog een leaftail-gekko, vrij vertaald: een bladstaart gekko. Zijn staart ziet er inderdaad uit als een dood blad. Moeilijk te spotten! Een Madagaskar bulbul - indrukwekkende naam voor een vogel - slaapt op een tak.


En als toetje: op het terras van onze bungalow zit een reuzenmot: 10 cm vleugelspanwijdte! We zijn echt in Afrika.


Dwarf Lemur   Moth in Madagskar