Amar pelos Dois.
Onder dreigende luchten rijden we langs kleurrijke bloemenweiden en wijngaarden waar lichtbruine koeien tussen gesnoeide wijnstokken grazen, naar Castro Marim. Hier vormt de Guadiana rivier de grens met Spanje en ... zorgt langs de kant van Portugal voor een moerassige vlakte vol zoutpannen.
Castro Marim.
Bij het binnenrijden van Castro Marim zie je op de heuvel rechts het fort, op de heuvel links het kasteel (Castelo) waar Hendrik de Zeevaarder nog zou gewoond hebben. Kerk, straten en pleintjes en kleine witte huisjes met “plattibandas” (gekleurde banden rond ramen en deuren) verbinden fort en kasteel. Eerst de heuvel met het stervormige fort beklimmen om vast te stellen dat het fort niet te bezoeken is. Maar van hieruit heb je wel een prachtig zicht op Castro Marim, de zoutpannen, een windmolen en de wijde omgeving.
Afdalen en naar de windmolen toe stappen. Die blijkt op de restanten van een 17de eeuwse militaire site te staan, mooi gerestaureerd. D’er is ook nog een fotogenieke kapel en een bezoekerscentrum dat ... gesloten is. Is het Castelo dan wel open? Onder een lichte regen vatten we onze tweede beklimming van de dag aan. Jawel, het kasteel is open en gratis te bezoeken. Even op de muren klauteren om opnieuw van de panorama’s te genieten. Op het binnenplein staan nog tal van gebouwen recht, maar zonder veel uitleg ... In één donkere en griezelige kamer staan allerlei bizarre marteltuigen opgesteld met “gebruiksaanwijzing”. Zijn we niet zo’n liefhebbers van.
We schuilen onder de boog van de kasteelpoort want het regent opnieuw dat het giet. Met een koppel Nederlanders zeuren we een tijdje over het slechte weer in de Algarve. Gedeelde smart is halve smart. Maar ‘t regent niet lang. We dalen af over een glad en hobbelig pad. Tijd om verder te rijden.
Het Nederlandse Benidorm in Portugal.
Een paar kilometer naar het zuiden ligt de badstad Monte Gordo, volgens reisgidsen “het belangrijkste toeristische centrum van de Oost-Algarve met de mooiste stranden”. Moeten we toch ook gezien hebben.
‘t Is een typische badplaats. De stijl van de appartementen en buildings (tientallen verdiepingen hoog) is anders dan in België maar behalve dat gaat een vergelijking met de Belgische kust wel op. Ja, het strand is groot en mooi voor zonnekloppers (die er nu natuurlijk niet zijn). Maar onze voorkeur gaat naar wat anders uit ... Bovendien lijkt Monte Gordo wel een Nederlandse enclave. Er zijn restaurants met menu-kaart in het Nederlands. Er wordt in het Nederlands geadverteerd. Er is een “Hollands eetcafé” waar je zelfs een broodje-kroket kan eten! Is Monte Gordo het Nederlandse equivalent van wat Benidorm voor Belgen is?
Even wandelen op de houten wandeldijk, langs strandbars waarvan nog maar de helft open is. Dan - dixit Betty - het “meest smakeloze broodjes ooit” eten en weg. Maar ... positief blijven ... de zon priemt door de wolken.
Manta Rota.
Manta Rota is een gehuchtje, zo een 4 km van Casela Velha. Tussen beide is er alleen maar lagune, duinen, strand. Dat alles verlaten, winderig maar op dit moment zonovergoten. Tijd voor een wandeling door maagdelijk duingebied, langs een echt strand, begeleid door drieteen-standlopertjes die je overigens alleen maar op stille, verlaten stranden ziet. We wandelen bijna tot aan Casela Velha, alleen ... we stappen op een soort landtong: water scheidt ons nog van de oever en Casela Velha en langs de andere kant beukt de oceaan. Een half uurtje verpozen achter een oude, omgekeerde roeiboot, in de zon, uit de wind. Een geel vogeltje komt een vijftal seconden boven onze hoofden hangen: wat doen die vreemdelingen hier? De strandpleviertjes proberen te fotograferen. Dan terugkeren, met de wind in de rug. Zalig!
Nog even met de auto tot Casela Velha voor een koffie en kaastaart. Dan naar “huis” (Conversas de Alpendre) terwijl Salvador Sobral (winnaar Songfestival 2017) in de auto toepasselijk “Amar pelos Dois” zingt.
P.S. Vanavond voor het eerst in een week weer vlees gegeten (“Never fish on Mondays”) - Betty vegetarisch - in restaurant Terazze in Tavira.