Dantica.

17 maart 2012.

Pakken maken is moeilijk als je al veel vuile was hebt en als alles bovendien plakt van de nattigheid, wij inbegrepen. ‘t Moet nu éénmaal gebeuren.

Daarna laatste ontbijt in Nicuesa Rainforest Lodge. Daniel is er ook al. Karen, één van de Oostenrijkse toeristen maakt hem opmerkzaam op een gigantisch spinnenweb aan het uitkijkplatform van de lodge, opnieuw met een grote spin in het midden, dezelfde soort spin in wiens web ik eergisteren ben gedoken. Daniel weet te vertellen dat dit een Golden Orb spin is. De draden ervan zouden – op schaal gezien – sterker zijn dan staaldraad en er is onderzoek bezig om te proberen dezelfde soort draden synthetisch te produceren. Ik kan alvast getuigen dat het net sterk en plakkerig is.
Veronica ontmoeten we in de receptie: haar ene oog zit bijna volledig dicht! Eén of andere “critter” moet haar vannacht gestoken hebben. “These things happen”, zegt ze filosofisch.
Uitchecken, afscheid nemen en iets voor negen uur worden we bij stralende hemel terug gevaren naar Golfito, opnieuw nog een goed half uur ver. Deze keer bij een kalme zee waarop nu tientallen kokosnoten dobberen. Zou de auto er nog staan?

Die staat er inderdaad nog. GPS instellen (=B’s werk) en weer verder, terugrijden tot in Palmar – we passeren twee politiecontroles en elke keer moeten we stoppen en onze passen tonen, hebben ze het op ons gemunt? - waar we opnieuw, net zoals bij de heenreis, in hetzelfde “cafeetje”dezelfde drankjes bestellen. Daarna gaat het via de Interamericana, het gebergte in. De Pan-American Highway of Interamericana is een weg (ondanks de benaming, GEEN autosnelweg) die net na de tweede wereldoorlog door de Verenigde Staten is aangelegd en de U.S.A met het Panama-kanaal verbindt.

’t Is in principe een asfaltweg, één rijstrook in elke richting maar af en toe is de rechtse rijstrook gewoon verdwenen: bij aardverschuivingen in het ravijn gestort en nog niet hersteld. Griezelig, te meer daar er ook hier en daar grote stenen over de weg verspreid liggen. ’t Is dus oppassen geblazen bij het rijden. Natuurlijk zijn de panorama’s prachtig maar veel plaats om te stoppen is er nergens.
Rond de middag arriveren we in San Isidro, een redelijk grote en blijkbaar drukke stad. Ergens moeten we wel eens stoppen om te lunchen en deze plek is waarschijnlijk de laatste vooraleer we nog verder het hooggebergte in rijden. Dus stoppen we aan “Bazoukas”, een restaurant waar we onze auto net voor de ingang kunnen parkeren (d’er blijkt overigens parkeerbewaking te zijn). Geen cerveza, bier of andere alcohol serveren ze ... we eten twee salades met papas fritas.

San Isidro, Costa Rica
San Isidro, Costa Rica
Vanaf San Isidro klimt de weg zienderogen. In 4x4 zetten. We bereiken al snel de Principe de la Paz van waaruit een groot Christusbeeld uikijkt over de vallei. Hoe hoger we komen, hoe dreigender de wolken dichterbij komen. Een waarschuwingsbord: niebla, mist. De tegenliggers blijken hun koplampen aan te hebben. Inderdaad een paar kilometer verder komen we in de mist terecht. Niet voor niets heet dit het “nevelwoud” of “cloud forest”. Af en toe zijn er gaten in de mist die spectaculaire panorama’s opleveren. Dan weer regent het even ... gaan we hier opnieuw, zoals in Arenal, in de regen zitten?
 
Cerro de la Muerte, Costa Rica
Cerro de la Muerte, Costa Rica

Cerro de la Muerte, Costa Rica
Uiteindelijk bereiken we de 3.500 meter hoge top van de Cerro de la Muerte (Berg van de Dood), zo genoemd omdat hier vroeger heel wat tico’s die de berg overtrokken als slachtoffers vielen van de hoogte en het barre weer. Eens over de top echter, verdwijnt de mist. Misschien zitten we boven de wolken? Dan moeten we de Pan-American Highway verlaten en nog een tiental kilometer via gravel road tot aan Dantica-lodge, onze eindbestemming voor vandaag, rijden. In deze streek zouden veel tapirs leven en “Dantica” blijkt een soort kleine tapir te zijn.

Dantica, Costa RicaDe hemel is nu helemaal opgeklaard en de zon is opnieuw met ons. Maar de temperatuur ligt vermoedelijk minstens 15 tot 20° lager dan in Nicuesa. We komen om 15u30 aan en het is waarschijnlijk geen 20°. Leuke kleine lodge met veel glas en spectaculaire uitzichten op de donkergroen beboste vallei van San Gerardo de Dota. “Welcome to Dantica ... André”, zegt de man achter de balie. Leuk dan hij mijn naam kent en ik zeg: Yes ... André!”. “Ik ben André”, zegt André ineens in het nederlands. “Ik ben ook André”, zeg ik. Zo ... kennis gemaakt met de Nederlandse gastheer (hij biedt ons een heerlijk bessensapje aan). Huisje bekijken, klein maar met grote vensters en prachtig uitzicht op de vallei, jacuzzi (niet mijn “favorite”) en een heel speciaal verwarmingssysteem. De lodge heeft een eco-label: ze recycleren hier zelfs ethanol, een afvalproduct van de verwerking van suikerriet. D’er is een soort kacheltje, 1 meter hoog, 50 cm breed wat aan de muur hangt. Daarin “kap” je twee halve liter flesjes ethanol en klaar is kees. Alleen nog aansteken en je hebt voor 2 uur warmte op volle sterkte of 5 uur op halve sterkte. Geen schoorsteen, want bij verbranding van ethanol komt alleen wat waterdamp vrij! Ecologisch en praktisch! 

Dan nog snel een klein wandelingetje (met polar pulls aan) langs  de vele wandelpaden op de berghelling. We zien een soort eekhoorn en een soort grote kwartel, een paar colibri’s. Dan is het tijd om ons op te frissen en te dineren in de lodge bij een Chilleense Sauvignon Blanc. Nabespreking van de dag en uitkijken naar morgen want dan gaan we  – om 5u 30!  – op zoek naar de mysterieuze Quetzal, de mysterieuze, heilige vogel van Inca’s en Maya’s. Slapen onder de donsdeken. Groot verschil met gisteren. Geen geluiden van buitenaf meer. Cloud forest. Slapen in de wolken ...

Dantica, Costa Rica

Dantica, Costa Rica