Korinthe.
30 mei 2022
Onderweg naar Korinthe onder een staalblauwe hemel en stralende zon. Grotendeels langs een “groene weg”: gecultiveerde olijfbomen, abrikozenbomen, wijngaarden. Of de wat woestere versie met brem in bloei, oleanders, wilde kruiden (tijm, venkel …), bloemen (o.a. de alleen maar in juni bloeiende acanthus), dennen, cipressen, johannesbroodbomen. Langs de kanten zie je - zelfs op de meest verlaten plaatsen - mini-kerkjes of -kapelletjes op palen. Sommige zijn zelfs Byzantijns geïnspireerd. Blijkbaar herdenken die niet alleen verkeersslachtoffers (zo afgrijselijk is het verkeer in de Peloponnesos niet) maar richten de Grieken die ook op om van één of andere heilige een gunst te bekomen, of juist te bedanken voor verkregen voordeel, of … alle redenen zullen wel goed zijn.
Oud-Korinthe.
Oud-Korinthe.
Om 10 uur staan we aan de ingang van de ruïnes van “Ancient Corinth”, de restanten van de Romeinse stad die onder Julius Cesar werd heropgebouwd. Onmiddellijk vallen de zeven nog recht staande zuilen van de tempel van Apollo op. En de “fontein van Glauke”, alleen nog maar een groot rotsblok met eigenaardige scheuren aan de zijkanten. De site is uitgestrekt en leent zich opnieuw uitstekend tot een leuke rustige wandeling tussen de oude ruïnes. Hier zou ook de apostel Paulus hebben gelopen. Te oordelen aan alle opvoedkundige en geestelijke instructies uit zijn “brief aan de Korinthiërs”, moeten ze het in die tijd nogal bont hebben gemaakt in Korinthe. Onder een boom in de schaduw celebreert een Amerikaanse pastoor (kazuifel over short) een mis voor een twintigtal gelovigen. Reïncarnatie van de apostel Paulus?
Veel toeristen? Helemaal niet! (Zie foto’s) Behalve dan in het kleine, maar interessante museum op de site waar een aantal hier gevonden marmeren beelden pronken. Ook een klein (40 cm) maar zeer gedetailleerd beeldje van Asklepios (ja, die van gisteren).
Net buiten de site is er een “toeristen-straatje” (of toeristen-val?): elk huis een café, restaurant of winkel, o.a. van keramiek en marmeren beelden. Ik proef er yoghurt, uit Griekenland dus, met “melí”, honing. Nee, geen “Griekse yoghurt” zoals bij ons. Deze is niet zuur, niet fluweelachtig maar integendeel consistenter dan b.v. roomijs. En met de beste honing van de hele wereld (zeggen de Grieken zelf) is dit een lekkernij.
Acrocorinth.
Toen we met de auto Korinthe naderden zagen we het al: een reusachtige rots - meer dan 500 meter hoog - die de omgeving domineert. Daar bovenop dan nog een keer een uitgestrekte vesting, drie keer ommuurd: Acrocorinth. Daar te voet naar toe gaan zou bij deze hitte gekkenwerk zijn. Met de auto echter: geen probleem! Kleine parking aan de ingang maar ook dat is geen probleem want veel toeristen komen hier niet. Je moet immers in uitstekende conditie zijn - EN goede stapschoenen hebben EN water mee hebben - om de lange toegangsweg met spekgladde kasseien te volgen. Doorheen de drie opeenvolgende verdedigingsmuren. Om dan, helemaal boven de gigantische site te ontdekken met hier en daar, sterk verspreid, ruïnes van een moskee, een kerkje (van Sint Demetrios), wachttorens … Van hierboven heb je van verschillende kanten een ongelooflijk uitzicht op het Griekse vasteland, of langs de andere kant op de bergen van de Peloponnesos, op de zee … Alleen is het voortdurend klimmen en dalen. Een geit (pas goed te zien met telelens) bespiedt ons vanop een bergrand.
Overigens is de toegang tot Acrocorinth gratis! Maar sluit wel al om 15u30.
Op de terugweg passeren we in de buurt van Mycene. Helaas, enerzijds zijn we fysiek leeg (mentaal is wat anders!), anderzijds is het al te laat. Mycene moeten we voor een andere reis bewaren … ooit. Wel zoeken we nog een supermarkt in Nafpoli, een echte dan want alle dorpswinkeltje’s heten ook “supermarkt” in de Peloponnesos. En je kan niet vier dagen groenten-stoofschotel met couscous of pasta eten, hoe vers de groenten ook zijn!
En om ons verblijf in Kiveri af te ronden, nog een laatste wetenswaardigheid: hier in Kiveri mondt een karst-bron ondergronds uit in zee. Een half-cirkelvormige dam is rond de bron gebouwd om te beletten dat het zoete water in zee stroomt. Dat water kunnen ze hier immers goed voor bevloeiing van hun velden gebruiken.
P.S. Je rijdt hier maar beter met GPS of navigatie-app: wegwijzers, vooral naar de kleinere dorpen, zijn dikwijls alleen in het Grieks en met Griekse letters.