Bernkastel-Kues.
23/08/2020
Bernkastel.
Een paar dagen geleden zijn we Bernkastel-Kues ontvlucht wegens te druk. Vandaag zetten we dat recht: we vertrekken vroeger en met de auto, niet met de fiets. Het is nog geen 10u30 als we (Betty, Lou en ik) de “Altstadt” van Bernkastel instappen. Evelien en Maarten joggen ondertussen naar hier; 22 km!
Eerlijk gezegd, dit hadden we niet mogen missen: vakwerkhuizen, tientallen en tientallen, met rood geschilderde balken, of bruine, of oker, of geel ... Het ene huis(je) al schotser en schever dan het andere. Smalle steegjes, leuke pleintjes, allerlei standbeelden en fonteintjes en op een zondag op dit uur: weinig toeristen. Cafés en restaurants met terrassen blijven gesloten tot minstens 11 uur. Ook het heimat museum is en blijft gesloten, Corona weet je wel.
Op een pleintje staan twee bronzen beren van een bron te drinken; verwijst naar de naam van het stadje: beren => Bären => Bärenkessel (berennest) => Bernkastel. De Sankt-Michaels Brunnen (1606) vinden we op de markt, zo goed als volledig omringd door versierde vakwerkhuizen uit de 16de en 17de eeuw en het renaissance “Rathaus”. Ietsje verder lijkt mij een architektonisch meesterwerk of wonder te staan - het 600 jaar oude “Spitzhäuschen” - alhoewel er waarschijnlijk geen architect aan te pas kwam. Het ziet er uit alsof het op elk moment kan omvallen. Zoals vele andere gebouwen hier steekt de eerste verdieping boven het gelijkvloers uit - om koetsen toch doorgang te geven en ... om fiscale redenen: belasting was gebaseerd op bebouwde, gelijkvloerse vierkante meter. Als we een koffietje drinken op de markt - de eerste terrasjes zijn inmiddels open - kunnen we nog wat langer van de speciale omgeving genieten en ... de langzaam groeiende toeristenstroom gade slaan.
Aan de rand van de Moezel draait een kermisattractie: een reuzenrad. Lou staart er met verwachtingsvolle ogen naar. Iets later draaien we met zijn drieën naar boven - “eeuwen geleden” dat we nog zoiets deden - en bewonderen we Bernkastel (en Kues op de linkeroever) van uit de hoogte.
Evelien en Maarten arriveren, bezweet. Opnieuw een terrasje doen - zij hebben veel vocht en suikers nodig - achter de Sankt-Michael’s Kirche. Daar is het voorlopig nog rustig. De lopers nemen daarna de korte maar moeilijke weg naar “huis”: nog een keer 8 km, over de berg. Wij keren met de auto terug, nog filosoferend over een gedicht op één van de vakwerkhuizen:
Küss beizeiten
Schöne Mädchen,
Trink beizeiten
Guten Wein,
Bald zerreisst dein
Lebensfädchen,
und ein and’rer küsst
DIE MÄDCHEN
Und ein and’rer trinkt
DEN WEIN.
Grevenburg.
Op één van de steile flanken van de Moesel-vallei, hoog boven Traben-Trarbach staat de ruïne van Grevenburg. Daar rijden we (zelfde drietal als deze morgen) ‘s namiddags naar toe. Helaas de weg is gedeeltelijk opgebroken. Maar geen nood, een lokale Duitser doet teken dat we toch door kunnen. De weg is echter zeer steil - tot 20 % stijging - en af en toe redelijk smal. We geraken er wel. Slechts drie andere auto’s staan hier geparkeerd. De meeste bezoekers komen hier via de Moselsteig vanuit Trarbach.
Deze burcht, ook weeral volgens plannen van Vauban gebouwd, is ontelbare keren verwoest door verschillende legers en uiteindelijk in 1734 door de Fransen opgeblazen. Behalve een toren en wat tongewelven staat er niet veel meer overeind. Wel krijg je van hier uit een onbetaalbaar panorama over Traben-Trarbach en de meanderende Moezel-vallei (bezoek aan de ruïne is overigens gratis).
Het weer is overigens vandaag omgeslagen: 20 ° en bewolkt. Geen dineetje op het terras deze keer.