Quinta dos Moinhos.
31 juli 2021.
Op deze zaterdag is de auto-estrada-transmontana iets drukker dan in de week, vooral in de tegengestelde richting. We rijden naar Porto: twee extra-vakantiegangers (Evelien en Lou) oppikken in de luchthaven. Behalve het landschap is de enige afleiding een auto die - aan de andere kant - in lichterlaaie staat. Gevaarlijk want ook op onze rijvakken stoppen auto’s van nieuwsgierige ramp-kijkers langs de snelweg.
Wat wel duur is in Portugal: aan de “Arrivals” parkeren in de luchthaven van Porto, 9 € voor een goed half uurtje.
We hebben een uurtje rijden voor de boeg: naar Vila Nune, bij Mondim de Basto, nog net op de rand van Trás-os-Montes. Daar logeren we de hele volgende week in Quinta dos Moinhos, in een huisje wat Casa da Oliveira heet. Dat ligt op een berghelling met prachtig uitzicht op de vallei van de Tamega. Er is een lange oprijlaan tussen olijfbomen, vandaar de naam Oliveira. Maar: geen internet! Alleen aan en in het centrale gebouw is er povere wifi/internet. Bewust? Het paswoord begint met “resetrethink…”. Bovendien ook amper 3G-bereik. Dat wordt een hele klus om een blogpost gepubliceerd te krijgen.
Verder nog inkopen doen, wat rondneuzen in Quinta dos Moinhos, avondeten onder de oude olijfbomen met vinho verde of Pêra Doce, rode wijn uit de Alentejo.
1 augustus 2021.
De dag begint veelbelovend: zonnig! Op naar het dichtst bij zijnde stadje: Mondim de Basto. Hoewel … dichtbij? Amper 10 km, maar we doen er een half uur over langs één-auto-smalle kasseiwegjes met muren of dicht struikgewas langs elke kant, de weg vervaarlijk op- en neergaand. Net voor de toppen zie je zelfs niet waar de “straat” verder naar toe leidt. In de dalen krijg je een overzicht van wat je nog te wachten staat. Is dit wel de juiste weg naar Mondim de Basto? Ja, blijkt later we aan José van Quinta dos Moinhos de vraag stellen. De parkeersensors van onze Jeep Renegade biepen voortdurend, voor - achter en zijkanten. Dan nog een tegenligger! In geen geval ga ik achteruit. De Portugees rijdt vriendelijk achteruit tot de volgende uitwijkplaats.
Mondim de Basto is een leuk stadje waar vele oude huizen mooi gerestaureerd zijn en nieuwbouw goed geïntegreerd is met het oude. Op het centrale pleintje staan twee statige oude gebouwen, via een triomfboogje geïntegreerd met een oude kapel. Volgens de tekst was de laatste eigenaar van de gebouwen ene Commendator Alfredo da Graça de Matos Pinto Coelho, alstublieft. Een eindje verder, nog een kerkje/kapel, mooi gerestaureerd in 2005. We drinken koffie op het terras van een cafetaria/ patisserie waar je binnen moet bestellen. Twee koffies, een latté, een chocomelk, een pastel de nata en voor Lou een soort chocoladebolletje bestrooid met kleurrijke hagelslag. En dat bestellen bij mensen die alleen maar Portugees spreken. Dat is pas een uitdaging. Maar we krijgen uiteindelijk wat we besteld hebben voor 3,5 €! Af en toe horen we knallen alsof er vuurwerk wordt afgestoken, maar overdag? Of ontploffingen in een steengroeve - er zijn er hier in de buurt - maar op zondag?
We rijden naar de Senhora da Graça de Mondim de Basto, een bedevaartsoord op de top van de hoogste berg in de buurt, 930 meter hoog, een hoogteverschil van +/- 750 meter! Af en toe passeren we een dappere amateur wielrenner. Voor het eerst zien we hier op de top enige toeristische drukte - Portugezen vooral. Ongelooflijk 360° panorama over de streek. Beneden merken we lichtflitsen en wolkjes rook. Helaas is bewolking komen opzetten. Quinta dos Moinhos kunnen we niet terug vinden van zo hoog. Gelovigen sleuren hele bossen kaarsen aan om te offeren. ‘t Is hier relatief fris: 18° C, dus terug naar beneden.
Dan heb ik het onzalig idee om nog “eventjes” naar Ermelo te rijden (ik weet: Ermelo klinkt “Hollands”, maar ‘t is puur Portugees). Dat eventjes is ook weer 10 km maar ruim een half uur rijden langs een kronkelende bergweg. De passagiers op de achterbank krijgen het moeilijk, precies door de vele bochten. Ermelo zelf is een oud dorpje, smalle straatjes, huizen met leistenen daken, zoals we er al een paar hebben gezien. Maar om één of andere reden komen hier veel toeristen: veel auto’s, amper plaats om te parkeren, één restaurant … maar ‘t is al laat 13u30 en we hebben geen zin in zwaar Portugees lunchen. Dus blijft het hier bij een drankje. Er zou nog een middeleeuwse brug in de buurt zijn en een waterval (Frigas de Ermelo), maar dat kunnen we niet meer aan … terug naar “huis”. Op de bergweg heeft een talrijke groep motards een ongeluk gehad: één van de motorrijders is in de gracht gesukkeld en zit lijkbleek aan de kant , omringd door zijn makkers. De ambulance is al onderweg.
Honger is de beste saus. We genieten dubbel van de lunch van verse broodjes met kaas, Presunto en tomaatjes.
Betty en ik exploreren achteraf de onmiddellijke omgeving van Quinta dos Moinhos. We dalen af langs een klein paadje door een woud van kurkeiken en eucalyptus-bomen tot aan de oevers van de Tamega-rivier. Evelien en Lou vermaken zich aan en in het zwembad en op de trampoline.
‘s Avonds begint het te regenen, lang, zacht. Achteraf geurt de lucht naar onbestemde kruiden. Oh ja, de knallen en lichtflitsen. ‘t Is “communie” in een dorp in de buurt. Dat wordt gevierd met processie en vuurwerk.
Tomorrow is another day.