Holbewoners.

10 november 2021.

Toen in de 15de eeuw eerst de Fransen en daarna de Spanjaarden de Canarische eilanden binnen vielen en uiteindelijk veroverden, troffen ze daar een primitief volk aan, wonend in 
grotten uitgehakt in lava rotswanden, holbewoners dus. De Guanchen stamden af van berbers uit Noord-Afrika. Ze waren geen match voor de kolonisatoren: medio 16de eeuw waren ze al zo goed als uitgeroeid. Ook hun taal is sinds lang verdwenen. Maar niet hun grotten! Die gaan we vandaag zoeken. 

In de Montañas Sagradas - de heilige bergen van Gran Canaria - ligt Risco Caído, UNESCO wereld erfgoed. In vogelvlucht een goeie 5 km van ons vakantiehuis maar met de auto langs de weg bijna 30 km, Agaete-vallei uit en helemaal om rijden. En wat voor een 30 km! Kronkelende, smalle bergweg, doorheen het groene hart van Gran Canaria; op vele plaatsen is de weg niet breed genoeg voor tegenliggers (die er gelukkig ook nooit zijn); weinig of geen toeristen; af en toe kleine, ingeslapen dorpen: Tegueste, Saucillo, San José de Calderos; om de paar kilometer stoppen zomaar op de weg - er zijn toch geen andere auto’s - om het landschap te bewonderen en foto’s te nemen. Bij één van die stops zien we in de verte zelfs Tenerife liggen met de Teide-vulkaan die door de wolken torent. 

Doramas, Gran Canaria
San José De Calderos
Doramas, Gran Canaria
Bij een splitsing blijkt de weg die langs twee stuwmeertjes voert, afgesloten te zijn: obras (werken)! Die weg hadden we nochtans moeten nemen. Nu zien we de grotten alleen vanop afstand, van de overkant van een diepe kloof. Maar er zijn ook “moderne” grotten en “moderne” holbewoners. Hier en daar is een huis aan en in de rotsen gebouwd waarbij het deel boven de grot egaal wit, oker of zavel geel is geverfd. Opmerkelijk! Hebben die hedendaagse holbewoners dan ook internet, Wifi, kabel TV? Sommige grotten worden zelfs als vakantieverblijf verhuurd. Voor vakantie-holbewoners? 

Presa de los Pérez, Gran Canaria
Hondo, Gran Canaria
Hondo, Gran Canaria
Hondo, Gran Canaria
Hondo, Gran Canaria
Nog langs de weg: oude verlaten grotten die nog in een recent verleden bewoond moeten zijn geweest. En in Hondo: een “Santuario Cueva de la Virgen de Fátima”, een kerkje in een grot. Een eindje verder een café, zonder naam, binnen eigenlijk een bar langs de ene kant en een winkeltje langs de andere kant, zelfde eigenaar, zelfde bediening. Aan de bar bestel ik “dos café solo” die de barman manueel in kleine glaasjes tapt. Achter de toonbank een stokoude radio.  Ik probeer een gesprek over de radio aan te knopen maar mijn Spaans is te beginnersniveau. Toch haalt de barman zijn vader er bij, die vertelt - als ik het goed heb - dat de radio meer dan 70 jaar oud is en nog altijd speelt. Ten bewijze: even draaien aan de rechtse knop en romantische radio-muziek vult de bar.  Onze koffies smaken zoals Spaanse koffie smaakt: een beetje “verdoeft”. 

Hondo
Hondo
We rijden verder. Door Juancalillo, alle huisjes mooi in dezelfde stijl. Geur van vers gebakken brood vult de straten. Monument voor de jaarlijkse processie “La Rama”. Inmiddels rijden we door het Nationaal Park “Doramas” met gelukkig bredere wegen. Woud van Canarische pijnbomen met hier en daar laurier. De pijnbomen hebben een bosbrand overleefd: grappige nieuwe bollen groen ontspruiten aan de stam. Stoppen bovenaan de krater van een uitgedoofde vulkaan, de “Caldera de los Piños de Gáldar”. Na de Cruz de Tejera te zijn gepasseerd - hier ligt een Parador, een restaurant, prullaria-kraampjes en … voor het eerst veel toeristen - krijgen we uitzicht over het meest iconische landschap van Gran Canaria: de Roque Nublo of “nevelige rots”, een 70 meter hoge monoliet op de top van een 1.800 meter hoge berg. Gelukkig geen mist hier boven hoewel langs de ene bergflank wolken omhoog vliegen. Vanaf ons uitzichtpunt, dicht bij de Degollada de Bercera, overschouwen we het panorama: de Capuchon, een rots in de vorm van een monnik met pij, de Roque Nublo, de Las Nieves piek (hoogste punt van Gran Canaria) … wat kan er Spaanser zijn dan hier ter plaatse op dit uur (13u30) te lunchen: onze meegebrachte boterhammetjes, belegd met jamón ibérico en queso curado en overgoten met zon (maar ‘t is wel fris op deze hoogte - 13° C - vooral als je een pull vergeten hebt). 

Juncalillo, Gran Canaria
Doramas, Gran Canaria
Caldera de los Piños de Gáldar, Gran Canaria
Roque Nublo, Gran Canaria
Cruz de Tejeda, Gran Canaria
We nemen de “korte” terugweg, nog altijd ruim een uur rijden en pikken onderweg, in de Mercadona-supermarkt, dorada en een flesje witte rioja op. Dan blijkt dat - door het heldere weer - we ook vanop het terras van ons vakantieverblijf - Tenerife en de Teide kunnen zien liggen. Dat wordt leuk aperitieven!