Het licht zien.
Zondag, 21 januari.
De Lodge wordt gerund door een Zweeds-Vlaams-Nederlands team. De gasten zijn bijna uitsluitend Vlamingen of Nederlanders met hier en daar een paar verdwaalde Engels sprekende toeristen. We zijn goed “Belgisch winters” gekleed, maar dat is dus ruim onvoldoende bij deze temperaturen. Vanaf morgen wordt het kledingsritueel:
- Als eerste laag: thermisch ondergoed met inbegrip van een lange onderbroek.
- Daarboven als tweede laag, of zogenaamde “mid-layer”, wollen kledij: polar pull en dergelijke. Eventueel,voor de echte koukleumen mag daar een extra laag nog bovenop.
- Buitenlaag, door de Lodge ter beschikking gesteld: overbroek, dikke zwarte ski-jas met kap, overhandschoenen, balaclava (bivakmuts) en twee paar schoenen om over elkaar aan te trekken: een paar “binnen-schoenen” en een paar “buiten-schoenen”.
Het licht zien.
We dineren om 19 uur: rendiersteak met rode kool en aardappel in de schil. Met een Frans wijntje. Leuke bediening in ‘t Nederlands door Nils. We hebben nog niet helemaal het dessert op als Nils “d’er is noorderlicht buiten” roept. Snel nog mijn halve apple-donut in de mond gepropt, muts op, jas aan en buiten. En ja hoor: langzaam, heel langzaam ontvouwt zich aan de nachtelijke hemel de Aurora. Een sluier van groen en blauw die traagjes overgaat in een spiraal om uiteindelijk een langgerekte parabool aan de noordelijke hemel te worden. Opwindend! Schitterend spektakel met op de achtergrond het sterrenbeeld van de kleine beer! Op en neer springen in de sneeuw van blijdschap. En ook wel een beetje van de kou: bij -20° C is ‘t na een paar minuten al bibberen. Maar, we hebben het licht gezien! En dat tijdens onze eerste nacht!
Van in ons bed nog een beetje de verdwijnende noorderlicht-parabool nakijken. Meer dan een vage streep is het niet meer. Dan neemt de bewolking over. Pikdonkere poolnacht ...