Vijftig tinten wit.

Vandaag woensdag valt er sneeuw, voor het eerst sinds we in Auroa Mountain Lodge zijn. En de temperatuur is gestegen tot -21° C, wat bijna “warm” aanvoelt! Overigens behoorde de lodge tot twee jaar geleden tot een Zweedse universiteit: geologie-studenten verbleven hier vooral ‘s zomers om stenen en mineralen te bestuderen.

Lutheraans.

Lannavaara Church Interior

In principe wordt vandaag een rustige dag. In de sneeuwbuien wandelen we naar Lannavaara. Eerste stop: het protestants kerkje. Je kan het gezellig noemen: een voorportaal met vestiaire, toiletten en een kantoortje - vermoedelijk van de dominee - vol met oude foto’s, psalmboeken en postkaarten. De eigenlijke gebedsruimte is Lutheraans sober en net: gebedsbanken, doopvont, orgeltje, kansel. Geen heiligenbeelden - uiteraard - en geen kitsch. 


Handlar’n Lannavaara

Onze volgende stop is de Handlar’n, de enige winkel die het dorp rijk is. Doet ook dienst als apotheek. Je kan er zelfs alcoholische drank bestellen, die dan na een paar dagen wordt geleverd vanuit de Zweedse alcohol-staatswinkels, de Sytembolaget. Even binnen gluren: niet echt modern maar lijkt toch nog een ruim assortiment te hebben.




Katholiek.

We stappen verder en nemen de eerste straat links, stijgend. Lannavaara is genoemd naar het kleine bergje wat we nu “beklimmen”; vaara betekent “berg” in het Zweeds. Overigens lijkt het dorp verlaten: niemand op straat, amper auto’s! Aan een groot, duidelijk verlaten gebouw loopt de weg dood, dat wil zeggen: de sneeuw is maar geruimd tot hier. Bij het huis daarnaast gaat de deur open en ... een nonnetje verschijnt. Ze nodigt ons warempel uit om binnen te komen in “het klooster”. Eigenlijk is het een gewoon huis waarin ze een kamer als kapel hebben ingericht met daarnaast een sacristie. ‘t Zijn katholieke nonnen in een protestants dorp en land;  drie - ze komen ons alle drie begroeten - van een contemplatieve orde van moeder Theresa: lichtblauwe hooddoek en wit habijt. En de jonge zuster die ons ontvangt, vertelt en vraagt honderduit:
  • Hoe erg het is dat mensen zich afkeren van Jezus;
  • Of we zelf nog naar de kerk gaan;
  • Dat het verlaten gebouw de vroegere school is die ze tot een echt klooster willen ombouwen;
  • Dat ze voortdurend bidden, op vaste uren, vanaf 5 uur ‘s ochtends - ook voor ons zullen ze nu bidden;
  • Hoe ze elke zondag met de auto naar de 11-uren mis in Luleå trekken, 400 km verder, door noordelijk weer en wind - een activiteit van een volle dag;
  • Over het geluid van de stilte;
  • Dat ze met houtsnijwerk proberen wat fondsen te werven voor hun (ver-)bouwproject,
  • Over hun grootste wens: een vaste pastoor hebben in Lannavaara (wetend dat er hooguit vijf katholieke priesters zijn in Zweden, lijkt het mij dat een serieus mirakel hier aangewezen is).
Lannavaara Old Barn
Kleine bijdrage voor de rondleiding en we kunnen weer verder. Niet na elk een heilige Theresa schapuliertje te hebben gekregen. Nog even tot aan Mangigården stappen en weer terug. Dan is het tijd voor lunch in de lodge. Het sneeuwt nog altijd overvloedig: stuifsneeuw, poedersneeuw bovenop de maandenoude laag die er al ligt. Als het zo verder gaat kunnen we binnenkort vijftig tinten wit herkennen.



Museum.

Lannavaara Utbildningscentrum
Na de lunch bezoeken we het kleine Kristallen en Mineralen museum, 500 meter van de lodge. Honderden, duizenden (?) stenen uit de hele wereld zijn er te bezichtigen. In het souvenir winkeltje worden juwelen en snuisterijen van lokale kustenaars/ambachtslui verkocht, meestal met ingelegde stenen of mineralen. Maar de echte attractie is de verkoopster. Een spraakwaterval! Duidelijk nood aan een gesprek nu er een keer bezoekers zijn. Ze vertelt vurig over hoe mooi Sápmi is en hoe uitgesproken en extreem de seizoenen hier zijn; hoe mensen meer en langer slapen in de winter dan in de zomer; hoe ze niet begrijpen dat toeristen in zo’n winterweer rondlopen in het dorp: je blijft nu toch binnen?; hoe je in de lente op zalm kan vissen in de Lainio rivier, nu dichtgevroren; over ... onophoudelijk. Maar ‘t wordt donker. Tijd om terug te keren voor een momentje “platte rust’”.

Sneeuwschoenen.

Na het avondmaal - rendier met bulgur! lekker - trekken we sneeuwschoenen aan. Het sneeuwt nog steeds.     Met Stefanie, onze gids van gisteren, en nog zes andere dapperen stappen we de poolnacht in. Ik loop als laatste: laat de anderen het pad in de diepsneeuw maar banen. Onze koplampjes verlichten de sneeuw en de sparren, dennen en berken. Sprookjesachtig effect. Verstoppen zich hier geen Sápmi-trollen? We wandelen over een moeras, uiteraard bevroren en een deel over de open vlakte tot bij ... een Lavvu (Sápmi wigwam) van de lodge aan een bosrand. Hier houden we halt, gaan op rendiervellen liggen en kijken naar ... de sneeuwvlokken die in het schijnsel van onze lampjes in ons gezicht dwarrelen. ‘t Is aangenamer in de Lavvu, vooral omdat Stefanie een houtvuurtje aan steekt en warme bessendrank rond deelt. Ze vertelt oude legendes over het noorderlicht. En er worden reisherinneringen opgehaald. Iedereen staart in het vuur ... en mijmert. 
Bijna 23:00 uur is het als we terugkeren, deze keer grotendeels over een bredere weg.
Resultaat van vandaag: uiteindelijk niet zo’n rustige dag die Betty een ferme blaar heeft opgeleverd.
Maar wel leuk!