Hlane.

Vrijdag, 1 november 2019.


“You want the sun, but we like the rain”, zegt de Afrikaner van Kruger ViewChalets aan de receptie bij het uitchecken. Het motregent immers opnieuw. Niet getreurd: we zoeken andere oorden op. Langs de pittoreske weg via Kamhluswa en Tonga rijden we naar eSwatini. In de drukke dorpjes onderweg kijken we onze ogen uit: het leven speelt zich hier grotendeels op straat af. Opnieuw veel schoolkinderen, mensen die per fiets van alles vervoeren, dikke mama’s wachten op minibusje, geïmproviseerde groenten- en fruitkraampjes onder een parasol acacia. 


Tree in Tonga eSwatini

Grens.


Grenzen en Afrika: zelden een goede match. Enigszins nerveus parkeren we de auto netjes aan “Immigration” aan de Zuid-Afrikaanse kant van de grens in Mananga. We halen vlotjes uitreisstempels in onze paspoorten. Dan een eindje verder na een hoge afsluiting met prikkeldraad bovenop te zijn gepasseerd, rijden we tot bij een “Pass Gate” aan de eSwatini kant van de grens. Daar krijgen we een papiertje; dat is wat oneerbiedig gezegd: ‘t is een “Gate pass”. Verder rijden tot aan een kantoor waar onze passen weer worden gestempeld alsook onze gate pass. Volgende loket: controleren of onze gate pass wel goed afgestempeld is en 100 ZAR betalen voor de auto; auto-documenten worden niet gecontroleerd.

Even de propere toiletten opzoeken. Verder rijden tot aan de exit: een slagboom en intrekbare “spikes” op de grond. Daar wordt onze gate pass nog een keer gecontroleerd en ingehouden. Slagboom omhoog en we zijn weg. Klinkt misschien ingewikkeld maar op 20 minuten, toiletstop inbegrepen, hebben we de hele procedure vlekkeloos afgewerkt!


Onmiddellijk merken we dat we in een ander land zijn. De weg is smaller maar nog steeds goed. Geen bewoning/bebouwing meer, alleen eindeloze suikerrietvelden en ... een eenzame suikerfabriek, zoals gewoonlijk rook uitbrakend. Een paar vervet-aapjes begroeten ons langs de kant van de weg.


Oh ja, de naam eSwatini ... nergens gezien, niet aan de grenspost, niet op officiële documenten, niet op bankbiljetten. Overal wordt nog steeds Swaziland vermeld. Veel haast lijkt die naamsverandering van twee jaar geleden niet te hebben. 


Hlane Nationaal Park.


Zo ver is het niet meer tot Hlane Nationaal Park, maar plots gaat de zachte motregen over in een ware plensbui. In de gietende regen bereiken we de (enige open) ingangspoort van Hlane. Opnieuw formulier invullen en één of andere tax betalen (30 Emlangeni per persoon per dag - 1 Emlangeni = 1 ZAR = 0,06 EUR), dan kunnen we verder rijden tot aan de receptie. Nog een keer “iets officieels” afdokken (48 Emlangeni) en dan krijgen we de sleutel van ons huisje. Dat ligt 12 km van de receptie/het hoofdgebouw van Hlane, midden in de “lowveld” savanne. “Pas op”, zegt de man aan de receptie: door de regen kunnen sommige wegen zeer modderig zijn. “Bellen als je problemen hebt”.


Hlane entrance eSwatini

De rit naar Bhubesi kamp - zo heet de verzameling van 6 huisjes, waarvan wij er één voor drie nachten bezetten - is eigenlijk al een safari op zich. Het eerste wat we spotten is een kleine troep impala’s, zo herkenbaar aan hun zwarte streep op elke bil plus nog een zwarte staartstreep. Hun achterste lijkt op de M van het Mc Donald’s logo. En voor leeuwen zijn ze misschien wel het equivalent van Mc Donald’s. 


De hobbelige en zanderige weg - gelukkig niet al te modderig - noopt ons tot heel traag rijden. Maar toch moeten we plots stoppen: luipaard-schildpad op de weg! Een eindje verder kijkt een neushoornvogel ons aan. Bijna hebben we Bhubesi bereikt als Betty plots in het struikgewas een warthog (wrattenzijn) opmerkt. Maar wat voor één: een reusachtig mannelijk exemplaar met vervaarlijke slagtanden. De kerel kijkt ons af en toe aan, loopt parallel met de weg rustig voort om dan te verdwijnen. Whoaw.


Yellowbilled hornbill Hlane

Warthog Hlane

Water.


Op de deur van ons huisje staat in koeien van letters: Beware of Snakes. Keep doors closed at all times. Brrr, we zullen dat maar doen. Binnenin wordt nog eens gewaarschuwd: Do not drink water. Uit het kraantje komt inderdaad roodbruin water. Als we het koken, zou het dan OK zijn om bij voorbeeld groenten te wassen? Moeten we straks vragen. In elk geval blijft na koken een grondlaag zand op de bodem van de pan liggen. Hadden we nu maar een waterfilter systeem mee. 


Bhubesi Leadwood Hlane

Na onze meegebrachte, alweer late lunch - self-catering, weet je wel - verkennen we voor een eerste keer Hlane. We rijden langs kronkelige, zanderige wegen - het heeft opgehouden met regenen en in geen tijd droogt de modder op - naar Ndlovu, dat is waar de receptie en het hoofdgebouw van Hlane is. Betty - alweer zij - ziet een giraf een tiental meter van de weg, naast een hoge boom met frisgroene bladeren. Het is een prachtig dier, groot met heel uitgesproken tekening. Nadat hij zich er van vergewist heeft dat wij niet gevaarlijk zijn, blijft hij rustig verder van het bladerdak eten. 


Giraffe Hlane

In Ndlovu vragen we toch even of het water van de kraan OK is om groenten te wassen. “Yes, sure Sir, no problem”. Ja maar, het water ziet blond/bruin. “Yes, that happens when it rains, but no problem”. Juist ja, maar we kopen toch een extra 5 liter bidon aan zuiver water. 


Terug dan naar Bhubesi waar ons nog een verrassing wacht. Drie vrouwelijke nyala’s kuieren rustig langs huisje n° 1, “Leadwood house”, het onze! Nyala’s zijn iets grotere antilopen dan impala’s, bruin met witte strepen op de flanken en een pluimstaart. Deze nyala’s  schrikken niet eens te veel op wanneer we arriveren en lopen uiteindelijk zelfs rustig langs ons terras achteraan. Speciaal.


Nyala Hlane

Inmiddels is het buiten pikdonker, complete duisternis, volledig zwart, geen licht of lichtschijn te zien. Nog nooit zo een donkerte beleefd. Blijkbaar is ons huisje het enige van de zes wat bezet is.


Betty neemt een bad in zandwater. Ik neem een glas rode wijn. Morgen vroeg plannen we een nieuwe safari EN inkopen.