Langs India's wegen ... Ranakpur.
"City of Djinns" is een goed boek om een beginnend inzicht te krijgen in Delhi en India. De auteur, William Dalrymple, heeft hier, in Rohet Garh, aan zijn boek gewerkt. Maar Rohet Garh ligt nu al achter ons. We zijn op weg naar Udaipur en ... waar men gaat langs India's wegen is altijd wat te beleven ...
- Al een paar keer merkten we pelgrims op langs de kant van de weg: ze gooien zich om de zoveel passen languit op de grond, staan recht, brengen de groet aan de zon en trekken weer verder naar een tempel.
- Vandaag is het "Cow festival" - wanneer is er een keer geen festival in India? Vele koeien hebben vandaag extra versiering: geschilderde horens, een kroontje van stro, extra tekeningen op hun lijf.
- We passeren grote textielfabrieken. Er rond liggen kleine meertjes vol van een soort blauw-zwart water. En het ruikt niet fris!
- Een geblinddoekte os draait rondjes aan een primitieve molen waar zaden tot een bruine, zoete brij worden vermalen. Koeien mogen hiervoor niet gebruikt worden. Prachtige foto-opportuniteit!
- Langoer-aapjes lijken aan de kant van de weg te zitten wachten tot een auto stopt en iemand ze eten geeft. Zodra dat dan ook gebeurt, springen ze op de auto en kijken met priemende ogen naar binnen.
- En nog een foto-gelegenheid: een waterrad met emmertjes in plaats van schoepen en ook weer aangedreven door een os. Het dient als een soort irrigatie-gemaal om het water van een meertje naar hoger gelegen grond te brengen.
Ranakpur ligt zowat halfweg op onze rit naar Udaipur. Hier is de grootste en mooiste Jaina-tempel ter wereld gebouwd, volledig in wit mamer. Jaina is een soort hindoeïsme gebaseerd op absolute onthechting, geweldloosheid en respect voor alle leven. De tempel van drie verdiepingen is zo'n vijfhonderd jaar oud maar ziet er nog altijd indrukwekkend uit. Duizenden en duizenden beelden en beeldjes zijn uit of in marmer gebeiteld. Soms zelfs zo fijn dat het marmer doorschijnend lijkt. Schoenen uit om binnen te gaan. Geen leder toegelaten, ook geen lederen ceintuur. En ook geen menstruerende vrouwen! En maar van 12 uur tot 5 uur 's namiddags toegankelijk.
Aanvankelijk wordt de sacrale sfeer binnenin verstoord door een uitgebreide familie Indiërs waarvan de luidruchtige kinderen de tempel eerder als een speeltuin zien. Dus even temporiseren, wachten tot ze weg zijn en dan de mysterieuze sfeer (en de wierook!) opsnuiven. Fotograferen is toegelaten, maar NIET van de godsbeeldjes zelf! Naast de Jaina-priesters probeert veiligheidspersoneel daarop toe te zien. In het midden van de tempel: een boom, even oud als de tempel, vijfhonderd jaar! Licht valt langs alle kanten binnen in het gebouw en weerkaatst op het witte manier. Dit moet nirvana (opperste geluk) voorstellen en het komt er inderdaad dicht bij. Er is één zuil bewust wat scheef geplaatst om er ons aan te herinneren dat perfectie op aarde niet bestaat en het kwade altijd om de hoek loert!
Vanaf Ranakpur is het landschap bergachtig en bosrijk, een verandering in vergelijking met de vlakke semi-woestijn waar we tot nu toe doorreden. We stoppen voor late lunch in een lokaal restaurant aan de rand van een diepe vallei. Buffet-eten ... aanvaardbaar (maar we zijn geen fans van Indisch eten) ... het uitzicht over de vallei daarentegen is fantastisch.
Udaipur - jawel: de stad gebouwd door Udai - bereiken we rond vijf uur. Vandaag geen tijd meer voor nog wat anders dan inchecken in hotel Ananta. Een groot luxueus hotel waar blijkbaar vooral (of uitsluitend) Indiërs logeren. Moeilijke keuze voor het avondeten: Indisch geniet niet onze voorkeur en Europees is pokkenduur (Chateaubriand 70 EUR p.p.) dus kiezen we voor Chinees: dim sun, rijst en noedels. Koude, ongezellige eetzaal die wordt "opgevrolijkt" door luid-joelende kinderen. Er wordt ons gevraagd om een beoordelingsformulier in te vullen. "Fair" is onze beoordeling. Waarop de Indische kok boos van achter zijn fornuizen schiet en wil discussieren over onze beoordeling die volgens hem minstens "good" of zelfs "excellent" had moeten zijn. Rare jongens, die Indiërs ...