Op weg naar Agra.
Vandaag overgangsdag: van het relatief rustige platteland en de natuur, opnieuw naar de stad. Dus op weg naar Agra en wat het laatste hoogtepunt van deze reis door India moet worden: de Taj Mahal. Maar eerst een 250 km lange rit voor de boeg, zo'n 6 tot 7 uur rijden! In India schiet je niet op.
Raju's Engels is niet altijd goed te verstaan. "You want to see bell"? vraagt hij na een paar uurtjes rijden. "Bell"? Waarschijnlijk een soort klok of klokketoren. Laten we dat maar doen, al was het maar om de benen te strekken. Tot onze verbazing brengt Raju ons in Abhaneri om een zogenaamde baori of step-well of - vrij vertaald - trappen-waterput te bekijken. Niet Bell maar Well! Deze, de Chand Baori van Abhaneri is 19,5 meter diep en een indrukwekkende vierkante constructie. Alsof je een tempel niet naar boven maar naar beneden in de grond zou bouwen. Drie wanden vertonen een geometrische trappenstructuur gebaseerd op het getal 32. De vierde zijde is in detail versierd en heeft pilaren, platformpjes, kamertjes en gangen. Een baori werd altijd gebruikt voor de voorziening van drinkwater. Hier staat er helemaal beneden nog smaragdgroen water in.
Gezien het belang van water in Rajasthan, werd het bouwen van een baori beloond met een zeer goed karma. Meestal was er een hindoe-tempel aan verbonden. In Abhaneri staan de overblijfselen van de tempel - slachtoffer van de vele oorlogen tussen de Mogols en de Maharadja's - naast de baori.
Wat een leuke onderbreking van onze rit!
Na de lunch schieten we zo goed op dat we ook nog tijd hebben voor een bezoek aan Fatehpur Sikri, zo'n veertig kilometer voor Agra. Raju dropt ons op de parking. Vandaar een eindje te voet waar we aangeklampt worden door gidsen en verkopers van alles en nog wat. Tot bij aftandse bussen (geen andere dan aftandse gezien, hier in India) met doorlopende ijzeren staven langs de vensters. Vijf minuten rijden de berg op en we zijn er.
Een absolute aanrader! Fatehpur Sikri is de samenvoeging van Fatehpur en Sikri tot één versterkt stadje dat in de 16de eeuw korte tijd de hoofdstad van het mogol-rijk was. Akbar, de toenmalige mogol-heerser liet hier in Fatehpur een paleizencomplex bouwen met een apart paleis voor elk van zijn drie vrouwen. Hij had namelijk zowel een moslim-vrouw, een christen vrouw als een hindoe-vrouw, zijn lievelinge. Van tolerantie gesproken. Mogol architectuur: alle gebouwen dus perfect geometrisch en symmetrisch. Het geheel ademt rust en sereniteit uit ... ondanks de toeristen. Alle gebouwen zijn in rode zandsteen opgetrokken. De muren en pilaren ervan zijn tot in het kleinste detail bewerkt en versierd. Naast de drie vrouwenpaleizen zien we op de grote binnenplaats een vijver met een platform in het midden. Van hierop vermaakten kunstenaars en musici Akbar de Mogol-vorst die vanop zijn terras toekeek. Maar we zien ook de audiëntie-hal van waar hij toekeek op publieke executies: vertrappeling door zijn lievelingsolifant. Absoluut prachtige plek voor foto-shoots.
Naast en buiten dit paleizencomplex, in Sikri, ligt een moskee, een Jama Masjid, een grote en mooie moskee. Maar tussen het paleis en de moskee moeten we tientallen en tientallen verkopers trotseren en - zeer eigenaardig - kopen of niet, ze vragen ons gebruikte en afgescheurde toegangsticket van het paleis! Geen idee waarom. Voor de moskee moeten de schoenen uit. We komen binnen langs de (kleinere maar nog altijd indrukwekkende) toegangspoort van de mogol op een groot binnenplein, ommuurd door zuilengalerijen. Aan de overkant van de vierhoek de eigenlijke moskee. Een opdringerige jonge Indiër, volgens eigen zeggen geen gids, blijft ons voortdurend volgen en wil ons vanalles tonen. Vervelend! Naast vele "gewone" moslim graven langs de zijkanten van het binnenplein prijkt een wit-marmeren gebouw: grafmonument van een heilige uit de tijd van Akbar. Tot hier mocht je de schoenen meenemen in de hand maar nu mag dat zelfs niet. Betty gaat alleen het gebouw binnen ... nou ja "alleen": begeleid door de zeurende en aandringende student. Ik blijf bij de schoenen. En ten slotte de moskee zelf met daarna nog de majestueuze, 54 meter hoge publieke toegangspoort tot het complex. Je kan er bijna over de koppen van de verkopers en de bedelaars lopen. Heel wat minder sereen dan Fatehpur!
Terug dan naar de parking van de bussen. Onze ongewilde student-gids die oorspronkelijk en volgens eigen zeggen geen geld, geen chocolates, geen chiapati (brood) wou, wil dat nu plots wel. Zelfs en liefst "Belgian coins". Hij haalt er zelfs een vriend bij. Maar hij heeft dit bezoek zelf voor een deel verpest voor ons ... dus ... geen money, nothing, zelfs niet onze afgescheurde tickets van Fatehpur, wat hij opnieuw vraagt. Met de bus terug - 10 roepies enkel per persoon. Dan nog een eindje spitsroeden lopen tussen de verkopers tot de parking waar we Raju terug vinden.
Op dan naar Agra, bij valavond en avond. Hallucinant rijden op niet verlichte wegen met auto's en brommers langs alle kanten en in alle richtingen. Met niet verlichte fietsers en voetgangers langs de kant van de weg. Maar we arriveren om 19 uur veilig in het Radisson Blu hotel. Wat een verademing: het voelt alsof we plots terug in de "beschaafde" wereld, of misschien beter gezegd "in onze wereld" zijn beland. Proper en met alle komfort ... Mogelijkheid tot westers eten, niet noodgedwongen vegetarisch en niet meer op een "Thalis", zoals de laatste drie dagen maar op een gewoon bord (een thalis is een rond metalen dienbord met opstaande rand waarop je je verschillende porties eten moet neerkwakken).
Daarop moeten we vanavond klinken.