Waar de lotusbloem gevallen is ... Pushkar.
De N8 is de highway van New Delhi tot Mumbai maar een "snel"-weg is het niet. Het meest opmerkelijk incident is ditmaal een kudde geiten die de weg over moet. Een heksentoer in twee stadia: eerst het ene stuk tot de middenberm. Dan het andere. Een scooter-rijder belandt bijna midden in de kudde. Een aantal geiten stuiven alle richtingen op. De wegen in India ... het blijft een belevenis. Een ervaren chauffeur haalt misschien gemiddeld 80 km per uur.
Brahma, één van de vele Hindoe-goden liet een lotusbloem vallen. Prompt ontstond een meer waar de bloem ("push") uit zijn hand ("kar") viel. Pushkar was geboren. Maar Brahma heeft nog wel één en ander uitgestoken: overspel, ontrouw, en dies meer, waarvoor hij door andere, hogere goden werd gestraft. Niemand van de mensen zou hem nog kunnen aanbidden! In beroep werd zijn straf echter omgezet tot "alleen in Pushkar te aanbidden". En hier staat dus de enige Brahmaanse tempel van India.
Maar vandaag komen we voor de "camel fair", de kamelenmarkt die pas over een paar dagen echt begint maar nu al in volle voorbereiding is. En welke betere manier om de makrt te bezoeken dan op een kameel? Raju lijkt ons door de achterbuurten van Pushkar te voeren tot bij een "Camel Safari kantoortje". Daar stappen we over in een aftandse jeep die ons opnieuw naar de rand van de stad brengt waar twee kamelen (eigenlijk zijn het dromedarissen) op ons liggen te wachten. We kruipen elk op een beest dat daarop gezwind recht staat. Twee begeleiders - kamelendrijvers zeker? - stappen mee maar wippen even later vanaf een brugrand achter op de kameel. Algauw komen we in een woestijnachtig en sterk heuvelend landschap. Overal staan tenten en groepjes kamelen. Tientallen nee honderden kamelen begeleid door hele families. Mannen met tulbanden, vrouwen in kleurrijke sari's. Toeristen, vooral Indiërs, worden rondgereden in karretjes met een rood baldakijn en getrokken door een kameel. Kinderen lopen bedelend rond. Vele kamelen zijn kleurrijk versierd en sommige zelfs ... geschminkt!
't Is warm, zo'n 30° en geen plekje schaduw op de fair. Behalve dan in de tenten van de kameeldrijvers en ... onder de doeken die ze boven hun prachtige volbloed paarden gespannen hebben. D'er is een markt waar van alles en nog wat wordt verkocht. Allerlei paardentuig en zadels voor kamelen. Maar ook ijzerwaren, kleding (uitstallen = alles op een paar hopen gegooid), hoofddeksels, potten en pannen, “bucht”. En een echte kermis met kermisattrakties. Een drietal reuzenwielen, zwier- en andere molens. Zelfs een Indisch openluchtcircus.
Mijn kameeldrijver achter mij kauwt Gutka, zoals zoveel Indiërs. 't Is een straf mengsel van tabak, gemalen noten, parafine en limoen. Slecht voor de gezondheid. En geen zicht als hij een bruine rochel uitspuwt.
Twee uur duurt onze kamelenuitstap. Tijd om onze verblijfplaats voor één nacht op te zoeken: een "tented camp", The Orchard. Ecologisch verblijf, zuiver (geen alcohol!) en tewerkstelling voor heel wat mensen uit de direkte omgeving.
De rust en stilte bevallen ons na de drukte en het lawaai van de steden en straten van India. Mooie tuin, veel groen, terrasje voor de tent, zeteltjes, zon en genieten van een "chai" (tee). We spotten er zelfs een Indische kievit op een paar tientallen meter van onze tent.
Het avondeten bevalt ons minder: puur Indisch! We hebben wel "niet spicey" gevraagd maar maakten een kapitale fout door een (alcoholvrije) "Virgin Mochito" te bestellen: vreselijk pikant door een overdaad aan gember. Maar die ervaring hebben we dan ook weer gehad.
En nu, onze tent in en slapen. Of toch proberen te slapen. We hebben immers oordopjes gekregen: in en rond Hindu tempels hebben ze de onhebbelijke gewoonte om laat 's nachts of ontieglijk vroeg 's morgens luide muziek te spelen. We zien of horen het wel, of ook niet?