Van Pushkar naar Jodhpur.
Onze chauffeur is een devoot Hindoe. Gisteren stopte hij even langs de kant van de weg bij een vrouw die - dachten we - een soort bladergroente verkocht. De vrouw stak de bussel groen door het raampje van de auto. Raju frommelde er even aan met beide handen en gaf de vrouw 10 Roepie. Waarop zij de bussel groenvoer voor een heilige koe gooide. "That is for good karma", zei Raju lachend. En deze ochtend is hij voor dag en dauw opgestaan (5 uur) om snel een ritueel bad te gaan nemen aan de "Ghats" (treden die naar het water leiden) in het meer van Pushkar. En daar we zelf het centrum van het stadje nog niet hebben gezien, besluiten we dat nu (=4 uur later) te doen, vooraleer naar Jodhpur te rijden.
De drukte van de "Camel Fair" lijkt nog te zijn toegenomen in vergelijking met gisteren. Raju dropt ons aan de rand van de stad maar midden tussen de paarden, kamelen, kermisattrakties en mensen. Niet zonder de strenge waarschuwing om niets van niemand aan te nemen, vooral geen bloemen! We banen ons een weg door de massa. Inderdaad wordt ons van alles aangeboden, onder andere bloemen maar ook armbandjes waarmee je dan als niet-Hindoe tot aan de Ghats zou kunnen. Niets aannemen dus.
De tempel van Brahma! Hier moeten de schoenen uit! Maar honderden mensen verdringen zich in het kleine straatje dat naar de ingang leidt. Even kijken we mekaar aan: beter niet doen. We wandelen verder. Van de hoofdstraat af, een zo goed als verlaten dwarsstraat in. En plots ... daar zien we het meertje en de Ghats! Tientallen mensen staan op de trappen of zijn bezig met hun ritueel bad.
Foto's nemen. Net achter ons klinkt plots een luide bel en al even luid en indringend geschreeuw. Omkijken en ... dan zien we een soort kooi op een sokkel van zo'n meter hoog. Binnenin de kooi zitten 3 individuen gehurkt. Alle drie met alleen een lendendoek en tulband en druk zwaaiend met een klok. Ze zien er vervaarlijk uit met hun verwarde grijze baarden. Het lijkt alsof ze met een soort wit krijt zijn ingesmeerd. En boos dat ze zijn: ze schreeuwen ons iets toe en doen opgewonden teken. Schoenen uit waarschijnlijk? Neenee, dat is het niet. Of langs de andere kant gaan? Nee, we mogen hier niet komen en al zeker niet fotograferen. Gelet op hun geschreeuw en getier, keren we maar snel op onze stappen terug. Op naar de volgende stad: Jodhpur.
't Wordt een behoorlijk lange rit, althans in tijd gerekend. Ook al omdat we veel kleine wegen (moeten?) aandoen. Af en toe een pittoreske stop: een treinovergang met handmatig bediende slagbomen. Niet dat iemand zich daar iets van aantrekt: voetgangers en bromfietsers kruipen onder de slagbomen door tot de overwegbewaker teken doet dat het genoeg is geweest. Vijf seconden later dendert een goederentrein voorbij. Dan weer is de hele omgeving in een grijze stofwolk gehuld: we passeren een reusachtige cementfabriek. Of nog: we zien een kudde van honderden schapen. Drie getulbande herders zijn nodig om die bende enigszins in toom te houden. In India is rijden gelijk aan ogen uitkijken.
Jodhpur, stad gesticht door Jodha. "Blauwe stad" omdat veel huizen in de oude stad blauw zijn geschilderd. Blauw, de kleur van de Brahmanen, priester-sekte bij de Hindoes. En de blauwe kleur zou bovendien verkoeling geven en insecten afstoten. Tijdsgebrek dwingt ons om ons bezoek te beperken tot Mehrangarh fort. Maar dat is dan ook een absolute topper! Het is een gigantisch fort/paleis wat uit de rotsen boven de stad als vanzelf lijkt op te rijzen. Het grootste fort van heel India. Talloze malen belegerd, één keer zelfs tot zes maanden lang. Nooit veroverd!
Maar als de buitenkant al indrukwekkend is, dan is de binnenkant dat nog meer. Ongelooflijk prachtige vertrekken van de Maharadja (=grote koning), van de Maharina, om gasten te ontvangen, om audiëntie te verlenen, om staatszaken te bespreken. Verschillende binnenpleinen waarop de vele rasterluiken van de harem uitgeven. Tentoonstelling van verschillende mooi bewerkte stoelen om bovenop een olifant te monteren. Verzameling van dolken en sabels, waarvoor de Indische toeristen speciale belangstelling tonen. En, oh ja ... nog steeds zijn we voor de Indiërs fotogeniek en willen ze met ons op de foto. Straks ga ik ze Roepies vragen voor elke foto met mij! De top van het fort biedt een ongelooflijk panorama over de stad met in de verte nog paleizen, de intakt gebleven stadsmuren, op sommige plaatsen tot 10 meter hoog, en aan de voet van de rotsen, de blauwe stad. Indrukwekkend! Dit hebben we nog nooit gezien.
Helaas moeten we verder. Deze keer voor het eerst naar een klein dorpje: Rohat ten zuiden van Jodhpur waar we overnachten in een haveli! Dat is een combinatie van paleis en oud herenhuis in India. Rohet Garh ziet er van buiten niet speciaal uit en dat is een "understatement". Alle huizen er rond en de gevel van het hotel zelf lijken op het eerste zicht oud en wat vervallen. Binnenin is het echter een oase van groen en van rust. Net wat we nodig hebben na de drukte en het lawaai in elke stad, op elk plein en in elke straat van India. We worden in Rohet Garh in oud-Engelse koloniale stijl ontvangen. Dat belooft ...