Mona Lisa in Costa Rica.
Plantation Inn, Vista del Valle, San José, Costa Rica - 3 maart 2012.
Costa Rica, de ”rijke kust” van Centraal-Amerika, is onze reisbestemming. Dit is het (korte) verslag van de reisdag en het (langere) verslag van de eerste kennismaking.
Vrijdag 2 maart 2012:
- thuis vertrekken om 6u45 in Lennik;
- een 50-tal minuutjes aanschuiven in Zaventem om “in te checken”;
- met vlucht American Airlines AA171 op naar JFK-luchthaven, New York;
- aankomst ‘s middags, lokale tijd, dus hebben we d’er dan al 8 vlieguurtjes opzitten;
- paspoortcontrole, vingerafdrukken, iris-scan, bagage ophalen, door douane, bagage weer op band zetten, weer inchecken voor vlucht naar San José: om 13u30, lokale tijd, hebben we al deze “leuke” formaliteiten achter de rug;
- nog 2u30 tijd: daar profiteren we van om een “Toscaanse chicken sandwich” te eten (een grote voor mij, een kleine voor B.) in een wijnbar en dat met elk een paar glaasjes Montepulciano: de vakantie is echt begonnen!
Of toch nog niet echt. De vlucht naar San José, hoofdstad van Costa Rica, duurt nog bijna 5 uur. Als we iets voor 9 uur ’s avonds in San José landen (7 uur tijdsverschil met Belgë), zijn we bijna uitgeteld: gezwollen voeten, kontje murw, rug doet pijn. Uitchecken en bagage ophalen gaat gelukkig vlot. Een taxichauffeur staat ons al op te wachten met een naambordje.
Nog een ritje van een half uur, het laatste stuk over een vreselijke, op en neer gaande weg vol met bulten en kuilen en we zijn er ... Vista del Valle ... De chauffeur loodst ons naar bungalow “Mona Lisa” – trenta Amerikaanse dollar betaald – en dan zijn we ter plaatse ... wel in het half donker. De verlichting in de “hut” is aan de povere kant. ’t Is een beetje zoeken en tasten in ons “huisje”. Alleen zijn we niet: d’er loopt een respectabel aantal mieren in de badkamer en hier en daar een kever (allen niet groter dan 0,5 cm). Nu nog douchen: buiten(!) en met behulp van mijn Petzl als bijverlichting. Het water is wel warm, heet zelfs. En dan met tweetjes in een bed met muggentent erover. Lang duurt het niet vooraleer we slapen.
Zaterdag 3 maart 2012.
5u30 ’s morgens. Zoals het reizigers met jetlag betaamt zijn we helder wakker. Het wordt klaar: de dichte begroeiing rond “Mona Lisa” kleurt langzaam groen, geel en bruin. Ook uit de lucht verdwijnt de grijzigheid geleidelijk. De countouren van de bergen tekenen zich af tegen een licht roze wordende achtergrond. Gevoelstemperatuur is duidelijk minder dan 20°C; 15°C misschien, met een koele bries. Voorlopig doet alleen de plantengroei aan de tropen denken en nog helemaal niet de temperatuur. Maar we zitten hier dan ook op meer dan 1.000 meter hoogte.
Ik loop even rond onze “hut”: “Mona Lisa” als naam ervan is nergens terug te vinden. En gisteravond bij aankomst rond 10u30 lokale tijd was het pikdonker, dus niet echt iets gezien. Niet van San José (alleen veel lichtjes op voor de rest donkere hellingen), niet van de omgeving (weinig verlichting, “veel” verkeer van vrachtwagens) en niet van de lodge (“hotel: no food” had de taxichauffeur ons nog waarschuwend gezegd).
Een wit-rosse poes komt hier net naast mij aan mijn tafeltje, voor onze hut zitten. Even koffie gaan zetten: in Costa Rica moet je naar het schijnt de lokale koffie proeven. De geluiden van de jungle worden heviger en talrijker ... we slurpen onze koffie ... B. zou al een aap gezien hebben vanuit haar bed .....
We maken ons klaar en om 7u15 zitten we al aan het ontbijt: Huevos Pochados, gepocheerde eitjes met toast, en Huevos Villa del Valle: omelet met tomaat, ajuin en bacon. Maar eerst een pas geperst fruitsapje en verse ananas, papaya en watermeloen. De tuin van de lodge is weelderig met allerlei bomen waarvan we de namen niet kennen, behalve dan de bananenbomen en de mangobomen. Er zijn er ook heel wat met tientallen luchtwortels. En bamboe van een dertigtal meter hoog met stengels van 10 cm dik. In Vista del Valle is er een waterval en een wandeling er naartoe zou 20 minuten duren en zeer steil en moeilijk zijn, met laddertjes zelfs. Die informatie van de receptie nemen we met een korrel zout. ’t Is nog geen 9 uur als we al op weg zijn naar de waterval. Maar de aanduidingen zijn niet zo goed: bij een splitsing nemen we rechts ... en na 10 minuten staan we weer aan Mona Lisa! De tweede poging is een betere: een klein wegje langs een haag van yucca’s en “vrouwentongen” (ja wat er vroeger bij ons achter de venster stond, wordt hier als haagje gebruikt) duikt steil naar beneden. Inderdaad: al snel gaat het zo steil dat er touwen langs de rotswand zijn bevestigd om je aan vast te houden. Dan komen de ijzeren ladders: nog steiler, eigenlijk loodrecht, naar het ruisen van de waterval toe. De waterval zelf is hoog, zeer hoog,100 meter ongeveer (“We live on the edge of a 500 feet cliff”, zegt de beschrijving van Vista del Valle). Het water is amper meer dan een flinke stortbui wanneer het helemaal beneden is. Overal zijn we nu omringd door dichte, exotische begroeiing ... heerlijke schaduw.
Terug dan de laddertjes weer op ... en zweten geblazen. Ondanks het relatief vroege uur brandt de zon. We hebben het gevoel alsof ze al loodrecht boven onze hoofden staat. Eens boven nemen we de “Creek walk” die ons naar de top van de waterval voert. Daarna wandelen we langs een smal paadje, tussen twee muren van groen langs het riviertje stroomopwaarts tot aan een vijver. Hier draait de weg terug langs de top van de helling. De zon lijkt steeds harder te branden. We passeren langs de “tuin” van de lodge: serres met open zijwanden worden hier gebouwd om schaduw te geven, dus eigenlijk tegen de zon. ’t Is 11u30 als we terug in Mona Lisa zijn.
Nog even wat uitrusten (maar opletten dat we niet in slaap vallen want we willen absoluut onze jetlag bestrijden), dan lunchen (guacamole en tonijn salade of tonijn sandwich). En alweer om te vermijden dat we in slaap vallen, besteden we de namiddag aan het zwembad: af en toe een plonsje, wat lezen, wat “andere mensjes” kijken, o.a. een “kleerkast” van een bodybuilder die duidelijk aan ’t “showen” is. Klaar maken dan om te aperitieven en te dineren.
Aan de bar nemen we een flesje Sauvignon uit Chili. D’er hangt een Amerikaan aan de bar, één van Florida maar die al jaren in Costa Rica woont en – naar zijn zeggen – een ecologische “farm” heeft, producten alleen maar voor eigen gebruik. Belangstellend vraagt hij waar we zoal naartoe gaan. Vooral over de vulkaan Arenal, ons volgende verblijf, is hij zeer lovend: d’er zou nog altijd vloeiende lava te zien zijn met ontploffingen en erupties.
Om 9 uur ’s avonds liggen we alweer in Mona Lisa onder ons muskietennet, na andermaal buiten in het donker te hebben gedoucht. ‘k Sta onder de beestenbeten .... D’as allemaal niks ... morgen naar Volcàn Poas!