De zandrovers van Cabo Verde.
Maandag 7 november, 2022.
Het “maan kijken” van deze nacht is teleurstellend. Om 4u30 staat een oranje maan nog te hoog boven de zee. Ik zet de wekker een uurtje later. Om 5u30 zit diezelfde maan als een klein, verlicht stipje in mist, net boven de zee. Tja … feeërieke foto’s zijn niet voor vandaag.
Vandaag laten we onze Jimmy staan. We wandelen doorheen de inmiddels vertrouwde rivierbedding. Er ligt een eigenaardige constructie: een houten stelwerk met daarop een kromme ijzeren plaat met fijne gaatjes in. Vreemd. Een eindje verder wordt het duidelijker. Een vader schept grint uit de rivierbedding op de gebogen ijzeren plaat die op de houten constructie naar beneden afhelt. Korrelig zand valt door de gaatjes; stenen en kiezels rollen naar beneden. De zoon staat er een beetje beteuterd op te kijken. We mogen een foto nemen.
Een kleine groep Duitstalige toeristen onder leiding van een gids, komt ons tegemoet. We kruisen elkaar bij weer zo’n toestel waar twee mannen als bezeten grint op de plaat schoppen. De Duitse gids blijkt hier alles van af te weten. Bovendien is hij naar eigen zeggen 25 % Belgisch. Hij maakt er een erezaak van om ons alles haarfijn uit te leggen terwijl zijn groep zonder hem verder stapt.
Deze werkmannen zijn de zandrovers van Cabo Verde! Zij scheiden zand van kiezels en verkopen dat zand aan bouwbedrijven. Dat is illegaal in Cabo Verde maar de bouwwoede is (was?) zo groot dat er goed zand te kort is. Sommige zandrovers halen zelfs ‘s nachts zand van de stranden. Daar zijn verschillende problemen mee. Om te beginnen is strandzand zout. Dat zal later bij gebruik in de bouw tot problemen leiden. Bovendien zijn op deze manier al hele stranden verdwenen. Resultaat: zeeschildpadden die al honderden jaren op hetzelfde strand eieren komen leggen, vinden plots alleen maar rotsen … waar ze op sterven! Ten slotte erodeert de kust en brokkelt af, samen met de weg die op de rotsen is aangelegd. Dat hebben we inderdaad zelf kunnen vast stellen. In heel Cabo Verde zijn er zandrovers, zelfs waar het eerder woestijnachtig is, hoewel woestijnzand dan weer te fijn is voor gebruik in de bouw.
Uiteindelijk is wat deze zandrovers in “onze” rivierbedding doen, nog relatief onschuldig. Het zand is “goed” en tot veel erosie zal hun werk niet leiden. Waarom doen ze dat? Om te leven of te overleven … De twee verbeten scheppers zijn fier op hun werk. Ze poseren netjes voor de foto. De groep van de Duitse gids is inmiddels in de verte achter een bocht verdwenen. De gids rept zich verder. Ook wij stappen voort.
Een eindje verder, juist voor een watervalletje, wijst een bord ons links naar Boca Ambas as Ribeiras, uit de rivierbedding en steil klimmend. Voordeel: mooie panorama’s; nadeel: zwaar, heet, weinig schaduwplekken. Een Cabo komt zingend de berg af en begroet ons uitbundig. Twee andere toeristen - opnieuw Belgen - hebben het ook zwaar. Na meer dan een uur klauteren, stappen we aan een verlaten en vervallen huis over de bergkam. Vanaf nu is het alleen nog dalen! Maar eerst … komen we aan restaurant Joanna’s. Deze plek is op geen andere manier te bereiken dan via voetpaden. We worden binnen geroepen door de dochter van Joanna.
Er zit een grote groep Duitse wandel toeristen. Toch is er plaats voor ons, onder een rieten afdak; tafeltje met “toile cirée”. Betty bestelt een fruitsap (nadat we hier al een kwartiertje zitten, tijd is geen issue in Cabo Verde 😀). Er komt een literkan papaya-sap aan! Joanna zelf vraagt ons in het Portugees (of is het Creools) wat we willen eten - geen menukaart. “Omelette” lijkt het enige woord te zijn wat zowel zij als wij begrijpen. Dat bestellen we dan maar. Drie kwartier later komen onze borden: omelette met rijst, erwtjes, tomaten en nog een paar groenten waarvan ik de naam moet schuldig blijven. Lekker. Dan komt dessert, blijkbaar inbegrepen : lekker fruit-bord met banaan, papaya, limoen … Bij de koffie horen een soort kleine, dikke donuts met cocos. “Beignets de coco” zegt de dochter van Joanna. Alles samen de spectaculaire prijs van 1.280 $ = ongeveer 11 €. Ik rond de rekening naar boven af op 1.500 escudo. Na vele obrigado’s en obrigada’s kunnen we langs een ander pad dan deze morgen aan de afdaling beginnen. Het gaat geleidelijk naar beneden en wordt zelfs breder, zodat af en toe zelfs een aluguer passeert.
Dit pad voert ons uiteindelijk langs de zee tot in Cruzinha, pittoresk dorpje een halve kilometer van Palmeira da Cruz Ecolodge. We zijn ruim 6 uur “onderweg” geweest, waarvan 2 uur bij Joanna’s. Nu nog wat zwemmen in de infinity-pool, van het uitzicht over de oceaan genieten, aperitieven, met de nieuwe gasten babbelen (Fransen die in Barcelona wonen en werken), avondeten, ambiance …