Fontainhas.
Zondag 6 november 2022.
Op zondag wordt hier gewerkt. Een bulldozer graaft de berg af waarover de weg vroeger tot ieders tevredenheid liep. Maar die berg moet weg Er zal een nieuwe vlakkere asfaltweg komen.
Rustiger dan gisteren rijden we door de rivierbedding, weg van Cruzinha waar Palmeira da Cruz ligt. Staat er nu niet meer water in de bedding dan gisteren? Misschien een illusie. Deze keer gaat het richting Ponta do Sol, aan de noordelijkste punt van Santo Antao. Een groot deel van de weg daarnaartoe hebben we gisteren al gedaan. Maar nu in de andere richting en met morgenlicht ontdekken we steeds weer andere vista’s. Overal staat suikerriet. De “pluimen” ervan waaien vrolijk in de wind. We doen rustig aan, met veel stops: meer dan een uur over amper 30 km.
Ponta do sol.
Ponta do Sol, aan de kust, is een groot dorp, of is het een stad? Met veel half afgewerkte, relatief nieuwe gebouwen waarvan meer dan de helft leeg staat. Geen uitzondering op Cabo Verde: Corona heeft hier diepe sporen nagelaten. Toeristen zijn weg gebleven, waarschijnlijk ook nu nog.
We willen wandelen, richting Fontainhas. Maar we doen dat langs de achterkant van het stadje, langs de zeekant. Dit is de meest “authentieke” weg. Soms is het niet duidelijk of we aan de achterkant of aan de voorkant van de huizen lopen. Een enkele keer lijkt het alsof we in een doodlopende weg belanden tot een Cabo ons duidelijk maakt dat er nog een smal steegje is. De weg stijgt nu. We volgen een vrouw met twee plastic potten op haar hoofd, de ene op de andere gestapeld. Met constant ritme en vaste tred stapt ze de helling op. We kunnen niet volgen. Een beetje verder herstelt een tiental mannen de weg, op zondag! Aan een groepje van vier “niet-werkers” vragen we bevestiging of dit wel de juiste weg naar Fontainhas is. Yep, dat is het. In ruil krijgt één van de mannen mijn uitgerafelde oude pet … die hij in dank aan neemt.
Fontainhas.
De wandelweg, deels grint, deels kasseien begint nu serieus te stijgen. We passeren een complex van half-open betonnen varkensstallen. Er zijn grote betonnen boxen en klein varkensboxen, alles net zoals huisjes tegen de bergwand geplakt, terrasbouw! Dan stappen we verder langs de kustweg naar Fontainhas, af en toe stijgend maar best te doen. Achter iedere bocht hopen we / verwachten we het dorpje te zien. Maar nee … alleen panorama’s van de bergen, de zee en Ponta do Sol. Tot 40 minuten later, het zicht waarvoor we gekomen zijn, opduikt: de gekleurde huisjes van Fontainhas! Even aarzelen: zullen we afdalen tot het dorpje? ‘t Is al laat en we hebben niet genoeg water en geen eten mee, een paar pruimen en cantuccini’s niet te na gesproken. Geen probleem vertelt een Cabo ons: je kan er eten en drinken. Bovendien is het ook niet zo ver meer: in totaal ongeveer 3,5 km van het centrum van Ponta do Sol tot Fontainhas. Dus stappen we verder … het dorpje in.
De oude Belgen.
Wie zit daar onder de schaduw van een boom op het kleine dorpspleintje van Fontainhas? De “oude Belgen” van een week geleden! Maar ‘t zijn er nu drie: de vrouw van één van hen is er bij. Opnieuw hebben ze een horror-verhaal. Vorige keer was de vrouw ziek achtergebleven in hun hotel. Maar nadat we samen ons biertje hadden gedronken in Tarrafal bleek dat die mevrouw door het hotel reeds naar het ziekenhuis was gebracht, eerst in Tarrafal, daarna in Assomada. Verdict: erge diarree + blaasontsteking + misschien appendicitis; minstens een week ziekenhuis. Dat wilden de “oude Belgen” niet: ze zijn toch verder gereisd. Nu zijn ze tot hier gewandeld en mevrouw ziet er redelijk OK uit.
Maar wij zoeken eten en drank. Even door de één meter brede steegjes wandelen - Fontainhas is maar klein. Er is inderdaad een “bar-restaurant”, dat wil zeggen: een kaal lokaaltje met twee tafeltjes en vier stoelen. Bovendien belooft een roestig uithangbord “Ici, on parle français”. Helaas … wie hier ook Frans zou gesproken hebben, is er niet; alleen een mevrouw met peuter. Toch krijgen we een menu-kaart met keuze tussen twee gerechten: cachupa of omelette. We gaan voor de omelette … maar … de kippen hebben vandaag niet gelegd: geen omelette! We stellen verder geen vragen - cachupa zien we hier niet zitten - alleen drank dus. Een sinaasappelsap voor Betty - nee, dat is er ook niet; ‘t wordt mangosap - een “cerveja nacional” (Strela) voor mij.
Caleta.
De terugtocht verloopt vlotter en gemakkelijker dan gedacht. We wandelen wat rond in het zo goed als verlaten Ponta do Sol, kopen koekjes in een supermarktje, vinden “Caleta” een leuk restaurantje aan de oceaan. Hier bestellen we, buiten op het terras in de schaduw, bruschetta. Maar eerst krijgen we een soort van gezouten cake met een vinaigrette met vis-smaak. Heel lekker, net zoals de bruschetta’s met - misschien - een ietsie-pietsie te veel vers geraspte look. Binnen is het restaurant helemaal in het felblauw geverfd. Vooral de bar is fotogeniek. Een foto mag maar dan zonder de Franse eigenares van Caleta - de barman mag er wel op!
In Palmeira da Cruz heeft Guy voor sashimi van lokale vis - Black Jack en Amberjack - als voorgerecht gezorgd. Heel lekker! Ook hoofdgerecht - kip-curry - en nagerecht - flan caramel - smaken. Als dan ook het gezelschap meevalt - drie Russen, een Duitser, het koppel “jonge Belgen” en wij - dan kunnen we zeker spreken van een absolute topdag.
Vannacht om 4u30 opstaan om de volle maan te zien ondergaan in de zee.