Op weg naar Slovenië.
Kamna, ki se obrača, se ne prime mah.
Letterlijk vertaald betekent deze Sloveense uitspraak: op een rollende steen groeit geen mos. Mijn eigenzinnige interpretatie: wie reist, behoudt een open geest, blijft jong ... zoals in “Rust, roest”?
12 juni 2019.
We zijn op de klassieke manier - met eigen wagen - op weg naar Slovenië. Het motregent, het giet, het plenst, het miezert, het drasjt. Regen of ‘t scheelt niet veel. Bijna de hele weg door België, Nederland en Duitsland tot in onze stop-/slaapplaats Günzburg waar ... de zon net op tijd door de wolken breekt.
Günzburg: waar de Günz in de Donau stroomt. We hebben nog tijd om door kraaknette, verkeersvrije straatjes te kuieren. Om typische huizen - sommige in vakwerk - te bewonderen (geen echte rijwoningen want tussen alle woningen is een ruimte van zo’n 70 cm gelaten). Om de vele standbeelden op mensenmaat en gedenktekens te ontdekken, onder andere dat voor de slachtoffers van de concentratiekamparts Josef Mengele, een helaas sinistere vroegere inwoner van Günzburg. En waar we nog tijd vinden voor “ein großes Bier” en een Frascati op één van de vele terrasjes op het 250 meter lange marktplein. In de zon, alstublieft!
Achter ons hotel meandert de Günz doorheen een natuurgebiedje. Leuk voor een laatste ommetje.
Deze eerste dag afsluiten doen we met een filosofische quote, geschilderd op een decoratieve dakpan in de vitrine van een optieker in Günzburg: “Mit dem Glück ist es wie mit der Brille: man sucht sie ... und hat sie auf der Nase.”
13 juni 2019.
Vandaag schijnt de zon! Maar we krijgen te maken met “Stau” - file - op de snelweg van München richting Salzburg. Zo maar eventjes 50 minuten aanschuiven langsheen een kilometerslange rechtse muur van vrachtwagens. Richting Kufstein betert het: vrachtwagens moeten gecontroleerd blokrijden op de rechter rijbaan. En net voor Kufstein, Oostenrijk, beslist “Waze” om de snelweg te verlaten en ons verder via secundaire (of kleinere) wegen te sturen. Eerst nog een Oostenrijks vignet voor de snelweg kopen ... wat we uiteindelijk niet zullen nodig hebben: de snelweg in Oostenrijk zien we vandaag niet meer terug.
We rijden - nog steeds onder een stralende zon - dwars door de Alpen. Doorheen het landelijke Oostenrijk. Langs Kitzbühel, Mittersill, Matrei (dicht bij Kals am Großglockner waar we nog deze winter op ski-vakantie waren), Lienz (zie kasteel), Villach ... en dan een stukje Italië. Tot in Tarvisio: het verschil in omgeving is opvallend! Zo proper en georganiseerd Oostenrijk is, zo vuil, slonzig en chaotisch is dit stukje Italië. Op de koop toe verliest Waze contact met internet (grens!) en stuurt ons hopeloos langs obscure, verloederde buurten rond Tarvisio. Wees met Waze toch op je hoede!
Maar we vinden de juiste weg terug en rijden eindelijk Slovenië binnen. Onze eerste indruk is zonder voorbehoud positief. Prachtige natuur, bergen, bossen, verzorgde huizen en dorpjes, pittoresk, landelijk. We rijden door een natuurpark langs wegjes en dreven van amper twee auto’s breed. Slow travel ... al de hele dag ... soms noodgedwongen.
Na 8 uur onderweg voor 500 km arriveren we in Bled (gisteren ook 8 uur gereden maar dan voor 700 km)!
Bled is liefde op het eerste gezicht. Turkoois meertje tussen de bergen in zacht wazig avondlicht. Leuke terrasjes met uitzicht op het meer, heerlijk eten met vriendelijke bediening bij voorbeeld in Vila Prešeren ... Elk vakantiehuis, elk café, elk restaurant wat zichzelf respecteert is hier een “Vila”. Wij logeren in Vila Mila.
Benieuwd wat Slovenië ons verder te bieden heeft.