Arequipa: rijke nonnen, Inca’s en politie.
2 september 2013.
Een stad in de stad. Zo kan je het klooster van Santa Catalina in het centrum van Arequipa het best omschrijven. Het complex ligt op een boogscheut van ons hotel. Iets na openingsuur staan we dus al binnen. Het geheel is een wirwar van kleine steegjes, genoemd naar straten uit Andalusië, Spanje. Alle huisjes van een straat zijn nu eens allemaal okerbruin geschilderd, dan weer azuurblauw. Zo blauw dat de lucht er grijs bij lijkt ... of is die echt grijs door een combinatie van mist en stof?
Hier leefden vroeger nonnen die uit de rijke families van Arequipa kwamen. Je moest immers een flinke bruidsschat betalen om in dit slotklooster te worden aangenomen. Maar je kreeg dan ook vier slavinnen en vier bediendes mee. Veel werken zal je dus niet moeten doen hebben in dit oord. Wat bidden, mediteren en ... plezier maken. ’t Werd zelfs zo erg dat Pio Nono (Paus Pius IX) in het midden van de negentiende eeuw een kloosterzuster van een andere orde afvaardigde die “de boel moest opkuisen”. Alle slavinnen en bediendes mochten kiezen: de vrijheid of ook, echt, slotkloosterzuster worden. En alle nonnen konden ook kiezen: buiten of echt non zijn! Nu zijn er nog een tiental nonnen in een nieuw gebouwde, afgezonderde vleugel van het klooster.
In elk geval is het ongelooflijk leuk om in deze straatjes te verdwalen onder de felle zon, met de besneeuwde toppen van de Andes die op de achtergrond nog te zien zijn . Prachtige foto-gelegenheden. De meeste huisjes van de nonnen zijn te bezoeken, wat we dan ook doen. Sommige zijn ingestort bij één van de vele aardbevingen. Prachtige binnenpleintjes met bomen, palmen of fonteintjes. We dwalen meer dan twee uur rond in deze toch wel serene en rustige omgeving. De geluiden van de drukke stad dringen hier amper door ... of toch wel .... geschreeuw, muziek, geroep ... van een nogal ruwe en luidruchtige betoging in het stadscentrum. Veel politie in gevechtskledij ...
We flaneren nog even over de Plaza de Armas waar de betoging net is weg getrokken. De indrukwekkende politiemacht met schilden en wapenstokken is aan het opkrassen. Het gewone leven herneemt zijn gang. Behalve de beroepsfotografen van gisteren, zitten er nu ook midden op het plein mannen met ouderwetse schrijfmachines op hun schoot. Hier kan je een brief dicteren of ... een ontvangen brief laten voorlezen en een antwoord laten uittikken. Papier en vel carbon zit klaar in de machine. Handig als je niet kan lezen of schrijven!
We zijn de drukte van de binnenstad een beetje moe en zoeken de wijk San Lazaro op. Volgens de legende zou de stad hier ooit gesticht zijn: toen de Inca Mayta Capac hier met zijn leger kampeerde en weer wou verder trekken, vroegen de soldaten of ze zich hier mochten vestigen omwille van de aangename omgeving. De Inca zou dan in het Quetcha hebben geantwoord: “ari, quepay” ofte “ja, blijf maar”. Het is hier inderdaad een rustige buurt met kleine, kronkelige straatjes waartussen af en toe een oude VW kever zich een weg baant. Het park wat even verder in de Selva Alegre wijk ligt, blijkt alleen maar op feestdagen en in het weekend open en toegankelijk te zijn. Moeten we aan de reisgids melden.
Lunchen in restaurant “Arthur”, buiten op het “trottoir-terras”, uiteraard in de schaduw. Heerlijk, ware het niet dat ... er hier blijkbaar minuscule (2 mm?) zandvlooien zitten die gemeen kunnen bijten. Je voelt het eerst bijna niet maar daarna ... een jeuk van jewelste. Gelukkig heb ik een lange broek aan maar helaas dan weer met blote voeten in “docksides”. B is met haar half blote benen echter het zwaarst getroffen: zeventien beten blijkt achteraf, “slechts” negen bij mezelf.
Terug naar het stadscentrum om nog “een museumpke te doen” (Museo Arqueologico de la Universidad de San Agustin: grotendeels gesloten voor verbouwing en slechts een paar zalen gratis te bezoeken) en een brug te bezichtigen die door Eiffel is gebouwd (helemaal in ijzer maar op zich niets speciaals).
Dan maar terug naar het hotel voor een drankje op het zonneterras met uitzicht op de ordeloze en chaotische noordelijke achterkant van Arequipa en ... besneeuwde Andes-toppen.
En opnieuw de dag besluiten in restaurant Zig Zag waar we tussen haakjes een ijzeren draaitrap, ook weer van Eiffel, kunnen bewonderen.
De senorita die ons bedient is nog even onhandig bij het openen van een fles wijn. Net zoals gisteren toen ze vijf minuten nodig had om uiteindelijk de kurk te doen afbreken. Mijn les van gisteren “hoe open je een fles met een sommelier kurkentrekker” is blijkbaar toch niet echt doorgedrongen.
Terug met tweetjes te voet door de nacht naar ons hotel.
Morgen zeggen we de steden in Peru voorgoed vaarwel.