Cusco.
24 augustus 2013.
De Jorge Chavez luchthaven van Lima lijkt uit haar voegen te barsten: al ongelooflijk druk om 8 uur op een zaterdagmorgen. We schuiven aan voor onze instapkaarten naar Cuzco, zo’n 500 km verderop en zowat 3.400 meter hoger gelegen dan Lima. Daarna in de luchthaven een verdieping hoger, naar de paspoort- en veiligheidscontrole. Maar daar geraak je pas na ontelbare eetgelegenheden te zijn gepasseerd. En al evenveel winkeltjes ... zoals gewoonlijk een mierennest van - vooral kleine - mensen.
Vlucht naar Cuzco vertrekt om 10 uur. We zitten helemaal achteraan op de laatste rij in de staart van het vliegtuig. Ondanks de korte vlucht – iets meer dan een uur – worden er toch gratis versnaperingen en drank bedeeld. We nemen beiden een coca-tee, goed tegen sorochi, de gevreesde hoogteziekte ... schijnt het. Vliegen over de Andes, maar te veel wolken om beneden iets te kunnen zien. Onaangekondigd komen we in zware turbulentie terecht! Ik grabbel vlug mijn bekertje tee vast maar ... mijn arm gaat plots vanzelf omhoog en dan valt hij ineens een halve meter naar beneden ... en weer omhoog ... en beneden, alsof ik een toast aan het uitbrengen ben! ’t Kon niet blijven duren: twee derden van mijn coca-tee vliegt tegen de rugleuning van de stoel voor mij, op mijn opklaptafeltje en op mijn broek. Grote hilariteit bij mijn buren: B die rechts van mij zit en een ander meisje (uit Schotland) links van mij.
Maar superzachte landing, weliswaar in de regen in Cuzco. Bagage ophalen, taxi in (andermaal via hotel geregeld) en ogen uitkijken. Minder druk dan in Lima maar het ziet er hier veel primitiever uit met inderdaad vrouwen met hoeden, bolhoeden, veelkleurige poncho’s, dekens om zich heen geslagen. Ook een stuk kouder dan Lima waar het vermoedelijk gemiddeld zo’n 18 to 20° C was. Alle bergen rondom Cuzco liggen in de mist.
Inchecken in het Sonesta hotel aan de Avenida el Sol en zo goed als onmiddellijk (’t is 12 uur) te voet de stad in, ondanks de lichte regen. En ook ondanks een wat ijl gevoel in het hoofd, het begin van sorochi? Ogen uitkijken naar een andere wereld! Plaza de Armas: mooiste plein van Zuid-Amerika met twee kerken, aan drie zijden galerijen met kolommen en huizen met redelijk uniforme gevels met uitstekende houten terrassen. Panfluitspelers in traditionele klederdracht troepen samen rond de ingang van één van de twee kerken. Net een bruiloft aan de gang: bruid en bruidegom zijn op weg naar buiten. Ik wordt aangeklampt door een jonge schoenpoetser: slechts 1 soles (ongeveer 30 Eurocent) om mijn bergschoenen te poetsen! Waarom niet? Ik leun tegen de kerkmuur, plaats mijn voet op het houten staandertje van de schoenpoetser en de procedure begint. Borstelen, opwrijven met doek en dan ... wat schoensmeer aan mijn ene schoen. Insmeren en afwerken kost wel 25 soles, zegt de ket in Peruaans Engels. Verdorie: 25 soles is ongeveer 7.5 Euro ... maar ik sta hier nu. Bedrogen! Gelukkig is de 25 soles per paar, niet per schoen. Als ik 30 soles geef, beweert de flurk dat hij ook geen wisselgeld heeft. “No possibile”, antwoord ik in Vlaams Spaans ... hij geeft me uiteindelijk toch 5 soles terug. Inmiddels is het kersvers getrouwde paar de kerk uit gekomen, onder een regen van bloemblaadjes (de gewone regen houdt even op). De panfluitspelers zetten hun deuntjes in waarna het bruidspaar met hun gevolg van familie en vrienden traagjes dansend over de Plaza de Armas trekt. Merkwaardig!
Tijd voor een lunchken op het eerste-verdieping-balkon van een restaurant aan de Plaza de Armas. En wij ondertussen maar “mensje kijken”.
’t Is al drie uur als we onze wandeling verder zetten door de Calle del Medio, langs de zeer pittoreske Plaza Recocijo tot op de Plaza San Francesco. Vandaar trekken we verder naar de Mercado San Pedro, een overdekte markt die overloopt in de nabij gelegen smalle straatjes. Hier komen we in een andere wereld terecht: opnieuw “Exotico Total”. Vrouwen in traditionele klederdracht met bolhoeden, witte buishoeden, deukhoeden en ander soort hoofddeksel en met veelkleurige sjaals, poncho’s, en dekens om zich heen geslagen, verkopen tientallen soorten fruit of alles van het varken (d’er liggen trouwens een vijftal hele varkens klaar om te worden versneden) of groenten, knollen, aardappelen, brood, snuisterijen, alpaca wol, coca-bladeren, vissen, kwarteleitjes, cocapasta ... Verder schoenpoetsers en schoenververs, geldwisselaars, sleutelmakers, vrouwen die discreet hun baby’s de borst geven, winkeltjes allerhande en een massa kopers ook. Ogen uitkijken! Weinig toeristen nog in deze sjofele buurt maar we hebben niet het gevoel dat we hier elk moment kunnen bestolen worden. Wat een belevenis!
En stilaan komen we weer in de wat “gewonere” buurt met betere en/of beter onderhouden huizen. Na de Palacio de Justicia (of INjusticia zoals één van de taxi-chauffeurs in Lima zegde) lopen we wel verkeerd maar we komen uiteindelijk toch weer via het Santa Catalina klooster bij de Plaza de Armas uit.
Vijf uur: terug naar het hotel, moe .. maar, hee ... het ijle gevoel in het hoofd is weg. Zijn we al aangepast aan de grote hoogte?
’s Avonds in het hotel een (zalm)forel met een glas witte wijn voor B en een alpaca-steaksken met een glas rode wijn voor mij. Om een onbekende reden krijg ik van de kelner een super groot glas, 330 ml? Klagen doe ik niet.