Valle Sagrado.

26 augustus, 2013.


Vandaag schakelen we over van vliegtuigen, taxi’s en stadsbezoeken naar wat ons het best ligt: een auto en er vrij en vrolijk op uit trekken. Dus staan we precies om 9 uur aan het Hertz kantoor, een paar honderd meter van ons hotel op de Avenida el Sol, om onze Toyota Fortuner, 4WD op te pikken. Dat heeft wat administratieve voeten in de aarde maar de bediende is zeer behulpzaam, wat moeilijk in het Engels – maar voor Spaans is B d’er – en geeft ons een gouden tip om Cusco uit te rijden langs Sacsayhuaman en Pisac naar een hotel, dicht bij Ollantaytambo, onze eindbestemming voor vandaag. We hebben dan wel een GPS maar die blijkt niet zo nuttig te zijn: veel straten kent het systeem niet en voortdurend wordt ons aangeraden om een “U-turn” te maken. Maar we kunnen nog kaartlezen, oude manier, en dus geraken we er wel. Minder dan 100 km, dus dat moet lukken. Nog bagage oppikken in het hotel, dat geeft ons een voorsmaakje van het verkeer: druk maar toch niet echt een probleem.


Op dan naar de Andes. Vlot Cusco uitrijden, met dank aan de Hertz-bediende. Overigens is het nu het moment om een misverstand uit de wereld te helpen wat misschien onbedoeld bij de lezer van dit reisverhaal is opgerezen: Peruanen zijn absoluut erg vriendelijk en behulpzaam. Tot nu toe hebben we geen enkele situatie of ontmoeting als gevaarlijk, laat staan bedreigend ervaren ondanks de vele reisgidsen-waarschuwingen.


De zon schijnt. We stoppen al snel om een laatste blik te werpen op Cusco en de bergen d’er rond ... en stoppen nog vele malen om het Andes landschap te bewonderen. Besneeuwde vijfduizender bergtoppen aan de horizon. Bruin gras (in het regenseizoen moet het hier nog veel groener zijn) op de steile, bijna loodrechte hellingen. Landbouw in de smalle maar diepe dalen. Piepkleine, primitieve dorpjes. Huizen van leem en stro (“stenen” liggen dikwijls te drogen in de zon). Paarden of ezels, hier en daar zelfs varkens, vastgebonden langs de kant van de weg. Dit is de zogenaamde Valle Sagrado, “Sacred Valley” van de Inca’s.  


Valle Sagrado, Peru


Pisac:  ruïnes van een Inca fort en stad, spectaculair gelegen op de top van een berg. De weg er naar toe is goed maar bochtig en steil en blijkbaar brengen vooral de zogenaamde “collectivo’s”, kleine busjes,  toeristen aan. Weinig individuele auto’s. Wij dus wel. Helemaal boven bij de ingang is er een kleine “parking” langs de kant van de weg, vol met collectivo’s, hier en daar een paar auto’s en de klassieke verkopers van wollen mutsen, sjaals, poncho’s, panfluiten, en dies meer. Geen plaats om te parkeren! Maar dat is zonder een politieagent en een behulpzame “local” gerekend. Ze loodsen me achterwaarts een plaats tussen twee auto’s in. Amper een centimeter over langs de ene kant en langs mijn kant kan ik mijn deur nog net genoeg openen om uit de auto te sukkelen. Zeg nu nog dat Peruanen niet behulpzaam zijn! Meer zelfs, de politie agent weet toevallig nog wie de bestuurder van één van de twee auto’s naast de onze is en laat hem zijn auto wat verplaatsen zodat B toch langs haar kant uit onze auto kan. Muchas  Gracias, amigo’s. Deze gringo’s zijn u dankbaar!


Pisac, Valle Sagrado, Peru
Pisac, Valle Sagrado, Peru
Pisac, Valle Sagrado, Peru

Bezoek dan aan de ruïnes (We kunnen opnieuw onze Boleto Turistico gebruiken!): geen woorden voor. Bij het eerste zicht krijg ik koude rillingen. De berghellingen zijn volledig met terrassen uitgewerkt (weer de typisch aaneensluitende stenen) en boven op de top liggen de huizen en tempels. Ook B is behoorlijk onder de indruk. Die Inca’s moeten absoluut slimme bouwheren zijn geweest. 


En bij het verlaten van de site, een dik anderhalf uur later, aan één van de stalletjes een ter plaatse voor onze ogen vers geperst fruitsap drinken voor de schappelijke prijs van 2 soles (~60 Eurocent) per persoon. Subliem!


Verder gaat de tocht langs bergwegen, door kleine, pittoreske maar wel armoedige landbouwdorpjes. Veel Peruvianen trekken hier weg om uit dit overlevingsbestaan te ontsnappen. Velen komen echter terecht in nog veel moeilijker omstandigheden in de metropool die Lima is en ontsnappen juist niet aan de armoede.   


Ons hotel, “Casa Andina, Valle  Sagrado, Private Collection” (een hele mondvol) ligt een 500 meter van de “hoofdweg”: langs een grintweg – geen probleem voor onze 4WD. ’t Is iets na drie uur als we er aankomen: vijf uur onderweg dus van Cuzco maar dat komt niet alleen door de slechte staat van de weg (veel putten en bobbels in de weg en bij elk dorpje verkeersremmers waar we in Belgïe zouden van staan kijken) maar ook door ons gezapig tempo. We zijn behoorlijk moe (op de site van Pisac moest er flink wat geklommen en gedaald worden) maar na een (reusachtig grote) sandwich in het hotel besluiten we toch nog even per auto Ollantaytambo te verkennen. En vooral ook, uitvissen waar we morgen om 6u10 de trein naar Aguas Calientes en Machu Picchu moeten nemen. Tot het treinstation doen we er 25 minuten over. Dat wordt morgen voor dag en dauw opstaan! 


De weg naar Ollantaytambo is pittoresk en gaat net voor het dorp zelf over in een kasseiweg waar op de meeste plekken, twee auto’s niet kunnen passeren. En in het dorp lijk je een paar eeuwen in de tijd terug te keren: smalle straatjes dwars op de hoofdstraat, water dat in een paar straten met groot geweld door de goten stroomt (’t is een bergdorp dus wel met wat hoogteverschil in en vooral rond het dorp), oude huisjes, koten, krotten soms, zwerfhonden, mannen en vrouwen in typische Andes-kledij, taxi’s: driewielers met een brommer-motor.

Gezellige, wanordelijke  drukte. We vinden het treinstation en een parking, privé, er heel dicht bij; tarief: 3 soles per uur (iets minder dan een Euro). Dus hier even parkeren en tot aan de ingang van de Inca-site wandelen. Zullen we ze nog “even” bezoeken? Ah ja, want andermaal verschaft onze Boleto Turistico ons toegang en ... we zouden eens iets kunnen missen. 

De Inca-site van Ollantaytambo is wel minder spectaculair dan Pisac maar toch ook de moeite, vooral omwille van het panorama over het stadje en de Valle Sagrado, opnieuw met een besneeuwde bergketen als achterste decor.


Ollantaytambo, Peru
Ollantaytambo, Peru
Ollantaytambo, Valle Sagrado, Peru
Locals in Ollantaytambo, Peru

Terug beneden nog even iets drinken in een lokale bar, een obscuur gebouwtje waar we op het 2 meter brede terras op de eerste verdieping aan de straatkant kunnen drinken. Binnenin foto’s van Ché Guévarra, de Beatles en andere iconen van de jaren 60. We worden bediend door een “ket” van misschien 10 jaar oud. Twee Pisco Sour ’t is “happy hour” dus 2 voor in totaal 15 soles (~5 Euro). Maar plots merken we dat het reeds kwart voor zes is. En om 6 uur valt de nacht, plots, want we zitten dicht bij de evenaar. Dus afrekenen ... onze “ket” kan niet terug geven op ons biljet van 50 soles, want ... de mamma is er niet. Gelukkig komt ze net op dat moment binnen wandelen. 


Met de auto terug, in het donker .. sukkelen om het stadje uit te rijden want veel en zelfs zwaar verkeer: bussen, vrachtwagens ... in straatjes van iets meer dan één auto breed ... verkeer in beide richtingen. 


Uiteraard zijn we compleet “cassé” eens we terug in het hotel zijn.

Bad (met broebels) en dan (snel) eten, in het restaurant van het hotel. D’er speelt een blinde harpist in traditionele kledij. Doet me denken aan de roman “Diamantes y perdones” van de Peruaanse schrijver Arguedas, ook met een harpspeler, een “simpele” weliswaar, geen blinde. 


Morgen om 4u15 opstaan: met de auto terug naar Ollantaytambo in het donker, vandaar de trein naar Machu Picchu. Onze oogschellen vallen bijna toe, walletjes onder de ogen groeien aan, ogen beginnen bloeddoorlopen te zijn. Snel slapen, nu!