Chaos in Phnom Penh.
Jan, de Nederlandse eigenaar van Battambang Resort doet ons vanmorgen uitgeleide. Hij heeft auto met chauffeur geregeld naar Phnom Penh. Een Lexus! In elk geval veel comfortabeler dan het gammele wrak waarmee we hier zijn aangekomen. Toch stoppen we weer bij het eerstvolgende tankstation om te tanken en ... ook vracht mee te nemen: twee grote kartonnen dozen. Kan er nog bij in de koffer. 't Is een kleine 300 km tot de hoofdstad, dus ongeveer 6 uur rijden. En de rit verloopt vlot. Enige kleine ergernis is dat de chauffeur 1) alleen maar Khmer spreekt en 2) voortdurend luidruchtig zijn snot opslurkt (in Cambodja wordt het gebruik van een zakdoek als vies beschouwd). En verder rijstvelden, rijstvelden en nog eens rijstvelden, afgewisseld met drukke dorpjes.
Terug naar de White Mansion. Een kruispunt raken we pas over na dat een tuk-tuk chauffeur ons toeroept om naast hem te stappen als hij ogenschijnlijk roekeloos dwars door het verkeer laveert. Adrenaline stroomt! Opnieuw: wat een chaos! 't Is nu duidelijk: Phnom Penh is niet te voet te behappen. Morgen nemen we een tuk-tuk.
We lunchen in Kompong Chhnan, 's middags na 2/3 van de weg te hebben afgelegd. In een "restaurant" - een hangar eerder - langs de weg, waar je zonder Khmer begeleider niet binnen zou gaan. Maar het moet gezegd, het eten is zoals gewoonlijk lekker (en kost ons amper 11 $ voor twee).
Phnom Penh binnen rijden vanuit het noorden is een hallucinante ervaring. Er zijn kilometerslange wegenwerken aan de gang. We zigzaggen doorheen een stofwolk en een file. Mensen lopen, of rijden op brommertjes, met stofmaskers aan. Langs beide kanten van de weg zijn winkeltjes onder het stof, werkplaatsen onder het stof, restaurants onder het stof. Hier en daar probeert iemand vruchteloos het stof te blussen met een waterslang. Wat een chaos!
Op de klok af zes uur na ons vertrek arriveren we in de White Mansion, ons hotel voor de volgende drie nachten. Vanop de vierde verdieping "bewonderen" we de "skyline" van Phnom Penh: minstens tien buildings in aanbouw. Er wordt tot 's avonds laat aan doorgewerkt. Een stad die uit haar voegen barst.
Zullen we nog even een klein wandelingetje doen in de onmiddellijke omgeving van ons hotel? Geen goed idee: er zijn amper voetpaden. En waar die er zijn, worden ze ingenomen door auto's, in driedubbele file geparkeerd. Of door kraampjes - één daarvan verkoopt gegrilde kippenpoten, nee, geen kippenbillen maar kippenpoten - of door tuk-tuks. Oversteken van sommige straten is een schier onmogelijke opdracht: de constante stroom van auto en brommers houdt niet (nooit?) op. We belanden op een groot plein ... aan het koninklijk paleis? Niet zeker. Vissen we morgen wel uit want de zwaar bewolkte lucht loost zijn eerste zwoele regendruppels!
Terug naar de White Mansion. Een kruispunt raken we pas over na dat een tuk-tuk chauffeur ons toeroept om naast hem te stappen als hij ogenschijnlijk roekeloos dwars door het verkeer laveert. Adrenaline stroomt! Opnieuw: wat een chaos! 't Is nu duidelijk: Phnom Penh is niet te voet te behappen. Morgen nemen we een tuk-tuk.
Dineetje in Franse stijl in Khéma, restaurant net om de hoek van ons hotel, sluit deze "heftige" dag af.