Phnom Penh.
Zo gaat dat met een stad: de eerste dag overweldigt ze je. De volgende dag verken je ze op de meest snelle en efficiënte manier, met tuk-tuk in het geval van Phnom Penh. En de derde dag trek je er zelfbewust op uit. We besluiten - uiteraard met tuk-tuk - naar het Koninklijk Paleis te rijden en vandaar te voet naar het Nationaal museum te trekken.
Ten zuiden van de troonzaal leidt een toegangspoort naar het terrein van de Zilveren Pagode, zo genoemd omdat de vloer uit massief zilveren tegels bestaat. Resultaat: om beschadiging te vermijden is de vloer grotendeels met tapijten bedekt en dus onzichtbaar. Een klein stukje, hoogstens 1 m2 misschien, is zichtbaar. Nochtans - dit is een pagode - betreedt je deze plek alleen op blote voeten. Speciale Boeddha-beelden kijken je aan: een levensgrote, gouden, staande Boeddha en een kleine groene, zittende, jade Boeddha.
Niet ver van het Koninklijk Paleis ligt het Nationaal Museum waar we gisteravond een dansvoorstelling bijwoonden. Opvallend rood-bruin gebouw in traditionele Khmer-stijl: het lijkt alsof het dak gedeeltelijk bedekt is door nog een dak en nog een dak en daarop een centraal torentje. Vier karpervijvertjes sieren de binnenplaats; de tentoonstellingsruimte ligt er omheen. En hoewel het museum niet de standaard van West-Europeese musea haalt - muren dragen sporen van uitwerpselen van vleermuizen! - is de verzameling beelden de moeite waard. Koppen van verschillende hindoe-goden, Vishnu met de 4 armen, Shiva, Ganesh met de olifantenkop ... wisselen af met bronzen beeldjes van de heilige stier, frontons, vechtende apen en demonen.
Lunchen doen we in FCC, de Foreign Correspondents Club, eerste verdieping. Precies een week gelden aten we 's avonds in Siem Reap in een restaurant van dezelfde keten. Maar hier aan de kade in Phnom Penh waan je je terug in de Frans-koloniale tijd. Sommigen zouden zeggen: in een gedateerd interieur. Knappe, soms pakkende foto's roepen de sfeer op van de burgeroorlog uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Bovendien loopt er een fototentoonstelling van de Duitse fotograaf Paul Hageman, de "Beauty of Age": portretfoto's van oude Cambodjanen.
We flaneren verder langs de brede Sisowath kaai en observeren het leven op en langs de rivier. Vanop gammele woonbootjes - maar sommige MET TV-antenne - werpen vissers hun netten uit. Zwaar beladen vrachtschepen varen stroomopwaarts. Toeristenboten drijven dan weer met de Tonlé Sap rivier mee, de Mekong op. Drie naakte jongens vissen met een net, een paar meter van de oever ... Een dik wolkendek is voor de zon gaan liggen. Dat, en het water zorgt hier toch voor enige verkoeling. Het nodigt allemaal uit tot nog een terrasje en koffie.
Koninklijk Paleis.
De receptionist van het hotel roept een tuk-tuk chauffeur en geeft hem onze bestemming op. Dat is zonder Tom n° 6 gerekend. Die eist ons op als "zijn klant", hopend op opnieuw een halve dag rondrijden. We brengen hem echter alleen maar 2 $ op, zoveel kost de rit naar het Koninklijk Paleis, en zeggen hem dan vaarwel. Het is broeierig warm. Gisteren ook, maar nu schijnt de zon volop. Dus nog heter! In geen tijd ben je drijfnat van het zweet. Bovendien zijn de verschillende gebouwen op het uitgestrekte terrein van het paleis vooral van buiten uit speciaal en dus ... loop je onvermijdelijk in de zon. In de troonzaal kan je alleen maar een kijkje nemen doorheen de vensteropeningen vanop het omringende bordes. Van een ruiterstandbeeld van Napoleon III is inmiddels het hoofd vervangen door dat van Norodom, koning van Cambodja. Snel, gemakkelijk en goedkoop!
Een aantal stoepa's, grafmonumenten van verschillende koningen, sieren de onmiddellijke omgeving van de zilveren pagode. Één daarvan staat op dit moment in de bamboesteigers. 'T is werkelijk broeierig warm. Toeristen zoeken het kleinste plekje schaduw op. We trekken verder, een koffietje drinken op de eerste verdieping van Costa Cafe met zicht op de Tonlé Sap rivier. Hier is het al een stuk koeler!
Nationaal Museum.
Je mag er niet fotograferen. Daar trekken toeristen zich natuurlijk niets van aan. Vooral ook niet omdat de zaalwachters geen enkele opmerking maken. Wij houden het enerzijds bescheiden maar anderzijds, als iedereen het doet? Dus foto's nemen door de vensterloze ramen met telelens vanop de binnenplaats.
Nog een laatste tempel bezoeken? OK, te voet naar de Wat Ounalom waar zo maar eventjes een echt wenkbrauwhaar van de Boeddha wordt bewaard!
FCC.
Terug naar het hotel, dat moeten we even onderhandelen met een tuk-tuk chauffeur. Hij biedt ons de rit aan voor 3 $! Dat is niet de marktprijs. We maken aanstalten om verder te stappen: de prijs zakt onmiddellijk naar de normale 2 $. Netjes geregeld.
Nog even in het zwembad (ik) of een Khmer hoofdmassage (Betty) en onze dag in Phnom Penh zit er op.