Killing Fields in Battambang.

Hier en daar aan kraampjes, staan in Cambodja bakken met aluminium opening-lipjes van bierblikjes. Waar kan je dat in 's hemelsnaam voor gebruiken? Om sieraden te maken! Sokun Ang doet ons deze morgen elk een armband om, gemaakt van die alu-sluiting-lipjes. 't Is tijd om afscheid te nemen en - voor ons - om verder te trekken naar BattambOng, eigenlijk Battambang maar wordt in Khmer taal BattambOng uitgesproken. De auto staat al klaar. Nog een groepsfoto, veel gewuif, en we zijn vertrokken. 

Van Siem Reap naar Battambang. 

Yun Channy, zo heet de chauffeur, is al onmiddellijk geïnteresseerd in waar we na Battambang heen trekken. Hij rijdt namelijk ook naar, bij voorbeeld, Phnom Penh - kost 75 $. Zijn aanbod zullen we zeker NIET aannemen want ... Eens Siem Reap centrum gepasseerd stopt hij en worden onze valiezen zomaar snel overgeladen in een andere auto. Of beter gezegd in een "bijna wrak"! We worden verzocht over te stappen: de broer van Yun Channy zal ons naar Battambang rijden in een geblutste witte auto van ongedefinieerd merk. De overtrekken van de achterbank lijken minstens zeven keer hersteld te zijn en de bank zelf is tot op de draad versleten. De binnenbekleding van het dak hangt met wasspelden vast en de kilometerteller staat op 562.341 km! Dat is fout want de teller beweegt niet tijdens de rit. Anderzijds: de auto rijdt en de motor lijkt nog goed te draaien ook, waarschijnlijk al drie keer vervangen. De broer van Yun spreekt geen woord Engels. Ook "toilet" of "stop" verstaat hij niet.
Halfweg de drie uur durende rit - die al bij al toch redelijk vlot verloopt - wordt hij gebeld door Yun. De chauffeur geeft me zijn mobiele telefoon door, een Nokia "van voor de oorlog": of we een keer moeten stoppen vraagt Yun aan de telefoon. Nee, nee: doorrijden. Iets na de middag arriveren we in Battambang Resort zonder problemen. Maar toch geen fooi voor deze chauffeur!

Killing Fields. 

Wat Ko - old schoolBattambang ligt in de "rijstkom" van Cambodja, een vruchtbare streek die rijst in overvloed produceert. Bijna de hele weg hier naartoe reden we trouwens door eindeloze groene rijstvelden. Dat wordt dus voornamelijk platteland exploreren. Deze middag beginnen we met een bezoek aan Phnom Sampeu of "zeilbootberg": 250 meter klimmen. Onze tuk-tuk chauffeur blijkt een overlever te zijn van het schrikbewind onder Pol Pot en een uitstekende gids en verteller. Na vijf dagen cultuur en idyllische natuur worden we plots geconfronteerd met het harde recente verleden van Cambodia. Willens nillens duiken de beruchte "Killing Fields" op. Onze gids was 11 toen zijn wereld plots veranderde: ineens geen school meer - hij toont ons het verlaten oude houten schoolgebouwtje. Van een gezin met vader, moeder en vier kinderen overleefde alleen zijn jongste zusje en hijzelf de gruwelen. Scheurbuik gehad, bijna verhongerd, ziek ... vreselijke verhalen.
Phnom Sampeu
Helaas wordt het nog erger en aanschouwelijker wanneer we de berg op wandelen. Op de eerste piek van Phnom Sampeu staat een boeddhistische tempel, kitscherig zoals gewoonlijk. Maar de tempel diende ook als gevangeniscentrum en ondervragingscentrum tijdens het Pol Pot regime. Niemand uit het dorp waar onze gids toen woonde mocht de berg op. Of ... als je er op mocht of moest, kwam je meestal niet meer terug. En een beetje verder zijn grotten. Op de rand daarvan werden mensen doodgeknuppeld en naar beneden geduwd. In de grot staren schedels je nog altijd als stille getuigen aan.

Onze gids vertelt dat het hem jaren heeft gekost vooraleer hij - na de oorlog - de berg op durfde te gaan. Als tuk-tuk chauffeur zette hij de toeristen beneden af en wachtte ze daar weer op. Uiteindelijk, door veel te lezen over die genocide, beseft hij dat het beter is te spreken en te getuigen dan te zwijgen. De doden zwijgen immers reeds voor altijd ....


View from Phnom SampeuDe tweede top van de Phnom Sampeu is een rommelig allegaartje: een pagode, een Russisch stuk veldartillerie, een betonnen begrafenistoren. Het uitzicht over de bergen en de vlakte bij zonsondergang maakt wel een deel goed. Terug dan te voet naar beneden waar onze tuk-tuk staat. Uitkijken wel voor de apen. D'er is er één die op de heenweg een kokosnoot een paar meter voor ons naar beneden gooide!

Vleermuizen. 

Maar er is nog een attractie: aan de voet van de Phnom Sampeu ligt de "bat cave", een grot waar bij valavond - nu dus - vleermuizen massaal naar buiten komen. En inderdaad, een paar minuten voor 6 uur komen de eerste hordes buiten. Tienduizenden, nee honderdduizenden vleermuizen die als één groot, langgerekt lint de nacht in vliegen. Minuten en minuten lang. Eigenaardig en indrukwekkend natuurfenomeen. Achteraf moeten de tientallen toeristen - waaronder wij - terug met hun tuk-tuks naar hun eigen slaapplaats. Tientallen en tientallen tuk-tuks (de meeste zonder achterlichten!) en auto's rijden terug langs een niet verlichte weg, richting Battambang. Gek menselijk fenomeen!