De witte dame van Kep.
Joggen in Cambodja is geen lachertje. Omwille van de hitte en hoge luchtvochtigheid doe je dat best voor 7 uur 's morgens. En dan nog. Vanaf Knai Bang Chatt is het 2,5 km langs de krabbenmarkt tot het standbeeld van de "Witte dame van Kep". Bergaf. Dus bergop om terug te keren. Bij aankomst ben ik drijfnat!
We wandelen tot aan het standbeeld van "De witte dame van Kep die uitkijkt naar haar echtgenoot", in sommige nederlandstalige reisgidsen verkeerdelijk "de zeemeermin" genoemd. Er is niets visachtigs aan, wel integendeel. Af en toe bedekken monniken de blote borsten van de witte dame met hun oranje of bruine pijen. Maar nu dus niet.
Naar Kep wandelen.
Na het ontbijt, 9 uur, besluiten we mijn joggingtraject rustig te voet te doen. Op de krabbenmarkt is het drukker dan 's namiddags maar de "couleur locale" is dezelfde. Deze keer krijgen we ook goed de fuiken met de krabben met blauwe poten te zien, de Krung Kep Blue Swimmer Crab. Hele Khmer families kopen krab en vis en organiseren een pick-nick langs de kant van de weg, liefst nog op het trottoir!
Voorbij de krabbenmarkt en de tientallen kleine en redelijk primitieve restaurantjes kronkelt de asfaltweg langsheen de kust. Tropisch bos langs de ene kant, zee langs de andere. Schaduwrijk, dat doet deugd. En bijna geen verkeer op deze weg, behalve de occasionele brommer of tuk-tuk. Aan het strandje van Kep dollen tientallen volwassen Khmer in zee, volledig gekleed uiteraard. Daartussen een paar Westerse toeristen in badpak. We drinken een espresso in een trendy bar. Een tuk-tuk chauffeur spreekt ons aan: of we naar een "pepperfarm" willen? Hij heeft recent zijn tuk-tuk laten herstellen en heeft geld nodig. Business is slecht. Te weinig toeristen. Hij schrijft zijn telefoonnummer op een kaartje ... Nu niet, jongen, maar wie weet?
De witte dame van Kep.
De legende volgens een lokale gids:
Lang geleden was een vrouw in Kep gekend voor haar uitzonderlijk mooi borduurwerk, wat ze met een gouden naald fabriceerde. Dat kwam ook de keizer van China ter ore. Hij besloot zelf ter plaatse te komen kijken. De keizer vond echter niet alleen het borduurwerk zeer mooi maar ook de maakster er van. Dus wou hij met haar trouwen. De vrouw was echter al getrouwd en zei "nee" tegen de keizer. Die was daarover zo verbolgen dat hij zijn soldaten stuurde om het paar te doden. Ze vluchtten ... Elk een andere kant op, met de afspraak mekaar terug te zien in Kep. Helaas, de soldaten van de Chinese keizer kregen de man te pakken en vermoorden hem. Sindsdien wacht de "Witte dame van Kep" nog steeds op haar echtgenoot, uitkijkend op het westen, de richting waarin hij verdween. Haar gouden naald heeft ze in zee geworpen ...
We wandelen terug. Opnieuw spreken tuk-tuk chauffeurs ons aan. Prijs voor bezoek aan een "pepperfarm": 25 $; 15 $ omdat we wegwandelen en geen interesse betonen. Op de terugweg zakt een bende krabetende makaaken af uit het woud naar de kustweg. Ze lusten nog wat anders dan krab: een Khmer gooit ze wat bessen. De aapjes worden driester en uiteindelijk nemen ze de bessen zelfs van mensenhand tot apenhand aan! Een paar storten zich op de vuilbakken, kruipen er bijna volledig in en halen er resten van mango's uit. Leuke foto-opportuniteit.
Straat.
De meeste hoofdwegen in Cambodja zijn geasfalteerd: één rijstrook in elke richting. Niet zo, de toegangsweg tot Kep! Hier zijn drie, ruim bemeten rijvakken in elke richting ... zonder noemenswaardig verkeer. Een projectontwikkelaar legde eerst deze weg aan en hoopte dan een 30 verdiepingen hoog hotel te kunnen bouwen. Helaas voor hem: niet de goede connecties? Of niet genoeg betaald? Of toch niet rendabel? In elk geval, het hotel is er niet gekomen maar de nutteloos brede weg ligt er.
Badend in ons zweet - voor mij al de tweede keer vandaag - arriveren we in Knai Bang Chatt. Op tijd voor de lunch: krab van Kep met groene peper van Kampot. Voor de rest van de dag zijn we uitgeteld en kunnen we alleen nog genieten van het zwembad, de zonsondergang - voor de laatste keer in Cambodja - en af en toe een drankje.