Street food.
Battambang is het "diepe Cambodja", dat wil zeggen: kleine provinciehoofdplaats van een overwegend agrarische streek. We kiezen voor een rondrit - uiteraard met tuk-tuk, wat anders? - naar en door omliggende dorpjes. DE toeristische attractie, de "bambootrain", laten we links liggen want vermoedelijk toch een toeristenval.
Potten bakken.
Onze tuk-tuk chauffeur/gids brengt ons om te beginnen naar een noordelijke buitenwijk van Battambang, naar een pottenbakkerij. Niets toeristisch of promotioneels aan. Vergeet potjes als souvenirs kopen: er wordt hard gewerkt aan het semi-handmatig boetseren van identieke potten met behulp van gerecycleerde olieblikken. Niemand kijkt van zijn werk op! De potten drogen in de zon. Daarna verhuizen ze naar een grote open oven waarin ze uiteindelijk gedurende twee weken zullen "gebakken" worden. Dan moet de oven nog eens twee weken afkoelen. De werkomstandigheden lijken 19de eeuws (en zijn het waarschijnlijk ook).
't Zijn traditionele "kookpotten" die worden gemaakt, dat wil zeggen: potten waarop, niet waarin, een doorsnee Cambodjaans plattelandsgezin zal koken. De pot is "ontworpen" om met houtskool, of hout gevuld te worden. Bij dagelijks gebruik gaat ie twee jaar mee. Maar d'er is opkomende concurrentie van gasvuurtjes ... We rijden verder naar het noorden. Langs en verschillende malen over de Sangker rivier. Wegjes van rode aarde door tropisch oerwoud ...
Marktdag.
In één van dorpjes is het marktdag. Of misschien is het wel dagelijks markt? 't Is er in elk geval een gezellige drukte. EN kleurrijk: op de grond stallen tientallen verkoopsters hun groenten, fruit of vis uit. Onze tuk-tuk gids leidt ons er langs en geeft aanschouwelijke uitleg. Hij neemt overal een vrucht of een groente vast, pulkt er een stukje van of vermorzelt een blaadje, laat ons ruiken, verklaart waarvoor het wordt gebruikt en waarom het gezond is. Helaas, van de tientallen namen onthou ik er niet één. Dan een viskraam. Hoewel, "kraam" is een te groot woord voor het op de straatkant uitstallen van manden vol levende krabben, bergen garnaaltjes, torens grote huisjesslakken en potten met - ook weer levende - meervallen en slangenvissen. Het maakt allemaal een overweldigende indruk.
Street food en ...
We zijn nog maar pas een kilometer of zo verder of onze tuk-tuk chauffeur stopt alweer. Bij een eenzaam kraam tussen de weg en een klein riviertje, in de schaduw van tropische bomen, lijkt een oud vrouwtje bezig met bamboebuizen op een vuur te "grillen". "Ze maakt sticky rice", verklaart de gids. "You want to eat?" Hmm? Rijst met cocosmelk, bruine bonen, zout en suiker wordt in een 30 cm lange bamboebuis gestopt en verwarmd op de grill. De rijst wordt dus zachtjes gegaard. Kan niet slecht zijn! Dus inderdaad: afstappen van ons voornemen om geen "street food" te eten en toch een kleine bamboestok bestellen. Kost 1.000 riel, zowat 50 eurocent! Heerlijk! En heeft ons ook achteraf geen last bezorgd.
... een stinkende ervaring.
We tuk-tukken verder door het oerwoud. Af en toe stoppen we bij een "huis waar iets te beleven is" - altijd een houten paalwoning met één verdieping; de bewoners leven en werken samen overdag op de open gelijkvloerse verdieping en's nachts trekken ze naar boven. En dat "iets te beleven is" onder andere:
- bereiden en drogen van rijstpapier voor onder andere "wraps" of "rolls" of loempia's;
- bananen flinterdun snijden en één dag drogen in de zon;
- rijst bewerken tot noodles.
Aan één van de vele bruggetjes over de Sangker maakt een bedrijfje op "ambachtelijke wijze" Cambodjaanse vispasta op basis van gefermenteerde vis. Nog voor de brug kan je al ruiken dat er hier met vis gewerkt wordt. Buiten wordt een berg visafval met een grote schop in een kleine mechanische maalmachine geschoffeld. Resultaat: er komt een mortelachtige specie uit die in grote emmers wordt opgevangen. Alleen maar voor veevoeder, verklaart onze gids. Binnen onder de open hangar is het echter niet beter en zeker niet properder. Een bijna niet te harden stank; grote bakken met gezouten "fermenterende" (half-rotte?) vis; hier en daar kronkelt een worm over de vispasta; met houten spanen worden sommige bakken opgekoterd; kortom: hallucinant! Wel vertelt de gids dat de Battambangers, de stadsmensen hier niet meer kopen; dat ze industrieel en hygiënischer geproduceerde vispasta verkiezen ... Hoe zou dat komen?
Een volgende stop is dan weer "interessanter": een oude opa brouwt met zijn familie rijstwijn. Hij spreekt Frans en legt ons trots zijn productieproces uit. Primitief en arbeidsintensief maar het resultaat mag er zijn. 't Proefglaasje vloeit vlot en warm naar binnen. En zoals steeds gaat hier niets verloren: de rijstoverschot van het productieproces wordt 's avonds aan de varkens gevoerd. "Mes cochons dorment bien le soir" lacht de oude stoker. Of hij een licentie heeft of moet hebben voor zijn stokerij. Nee, hij heeft er geen ...
Ook hier is de herinnering aan de genocide nooit veraf. Een monument - opnieuw met schedels - herinnert er aan.
Wat Ek Phnom.
We komen bij een oude tempel, de Wat Ek Phnom. Maar we zijn in Angkor geweest, met andere woorden niet meer onder de indruk van deze ruïne. Maar fotogeniek is het hier wel. Getuige: een opgedirkt bruidspaartje met hun fotograaf. Voor de Wat Ek Phnom is een nieuwe boeddhistische tempel gebouwd. En iets verderop een reusachtig boeddhabeeld. Maar het is tijd (middag) om terug te keren. Langs de rivier doorheen Battambang. Zo krijgen we nog een kijkje op de stad: op het eerste zicht rustiger, gemoedelijke en sympathieker dan het nerveuze Siem Reap.
Bijna zijn we terug in Wat Ko, het dorpje waar Battambang resort ligt. Toch moeten we nog één iets bezichtigen: een oud houten huis van een vroegere aristocratische familie. De huidige bewoonster stelt haar huis open en leidt toeristen rond. Prachtige houten vloeren, alleen op blote voeten te betreden! - en zware teakhouten meubelen. Wat een contrast met de vele houten barakjes op palen langs en in de dorpen.
Deze middag: platte rust aan het zwembad. Bekomen van de vele indrukken en emoties van de laatste dagen. En nog wat genieten van de natuur want ... binnenkort op naar Phnom Penh.