Au delà des rizières.
12/11/2018
De rijstvelden voorbij ... Au delà des rizières, een boek van Naivo, de enige Malagassische schrijver met internationale bekendheid. Een tragisch liefdesverhaal - zijn er andere in de literatuur? - dat zich afspeelt in het 19de eeuwse Madagaskar. Ook wij zijn nu echt wel de rijstvelden voorbij. ‘t Is hier te lang te droog voor rijst.
Maar wat een schok een tiental km voorbij het lieflijke Le Jardin du Roy: Ilakaka! “Boomtown” van saffier-delvers. Tientallen en tientallen mannen, vrouwen en kinderen pannen de rivier uit op zoek naar de blauwe edelsteen. Een massa gelukzoekers dwaalt door de hoofdstraat tussen verkopers van alles en nog wat. Kinderen in vuile, versleten kleren bieden steentjes aan buitenlandse opkopers aan ... Indiërs, Singalezen, Pakistani ... Justin laveert de auto al claxonnerend door de mensenmassa. Buiten de hoofdstraat zie je de tientallen en tientallen putten en hoopjes rode aarde van de delvers! Buitenwereldse taferelen.
Een eindje verder aan een smalle brug doen twee kinderen teken om te vertragen. Het lijkt alsof ze de put aan het opvullen zijn. En ... ze vragen geld voor hun werk! Justin rijdt onverstoord door. Volgens hem maken ze een put in de weg om die dan schijnbaar op te vullen en zo iets te verdienen aan argeloze toeristen.
We spotten onze eerste baobab, prachtig grote boom met effen stam en de klassieke kleine takken en blaadjes, alsof de boom onderste boven is geplant, met de wortels in de lucht. Foto nemen.
Iemand komt aangerend, met een stok over de schouder. Op de stok ... een grote kameleon. Vraagt ook weer geld - “un petit biljet” - EN water. Het 50 cl flesje water lijkt hij meer te appreciëren dan het geld.
We rijden nu door een kale vlakte. Geen boom of struik meer te bespeuren, alleen verdroogd gras.
Wel de typische erosie-ravijntjes die de rode aarde bloot leggen. Dit is het resultaat van ongecontroleerde houtkap: een semi-woestijn waar ook bijna geen mensen meer leven. En plots rijden we door het weelderig groene Zombitse nationaal park: een voorbeeld van hoe de hele streek hier vroeger was. En na het park ... terug half-woestijn.
Dit is de streek van de Sakalava, de bewoners van de westelijke kust. Hier zijn mensen nog veel armer dan meer naar het noorden. De “huizen” in de schaarse dorpen zijn niet meer dan kleine hutjes van stro en takken. Andoharotsy is zo een dorpje. Maar wat we hier zien tart elke verbeelding: tientallen roestige, dampende vaten langs de kant van de weg. Een grote illegale rum-stokerij! Illegaal maar duidelijk niet in het verborgene. Een soldaat met geweer over de schouder wandelt achteloos voorbij.
In de verte rijst de tafelberg van Tuléar op. We kruisen een “camion-brousse”. Die trekt langs 4x4 wegen naar Port Dauphin, helemaal aan de zuidpunt van Madagaskar. Volgens Justin vervoert die wel tot 100 mensen in één keer. Met bagage uiteraard.
In Tuléar zelf is een bank, dus weer geld pinnen. Alleen ... deze keer is de limiet slechts 200.000 Ar (50 €) per keer en ... komen er alleen maar 5.000 Ar biljetten uit het toestel. We halen in 4 keer 160 biljetten uit de muur. Als Justin traag achteruit rijdt, horen we plots een droge “tok”. Een kleine jongen duikt op van achter de auto, wrijvend aan zijn jukbeen. Aangereden? Het lijkt er wel op. Justin kijkt even bezorgd om en ... rijdt dan zonder verpinken verder.
Van Tuléar aan de kust is het nog een kleine 30 km tot Ifaty, een vissersdorpje en onze eindbestemming voor vandaag. Nog een politiecontrole passeren; voor het eerst moeten we onze paspoorten tonen. Dan mist Justin de afslag voor onze lodge, “Les Dunes d’Ifaty”. Hij rijdt zich hopeloos verloren in de smalle zandwegen die vanaf de Route Nationale 9 - de RN7 eindigt in Tuléar - naar de kust lopen. Vier keer vragen, terugrijden, dan vinden we de goede afslag voor ... een paradijs aan de kust.
Maar eerst nemen we afscheid van Justin. Hij zal alleen de 1.000 km terug rijden naar Tana. Wij vliegen, maar nu nog niet! Bedankt Justin van Just in Madagascar! Goede chauffeur, voorzichtig, betrouwbaar! Dikke fooi ruimschoots verdiend.
En dan “Les Dunes d’Ifaty”. Aan het strand gelegen, uitkijkend over de 400 km brede Straat van Mozambique die Madagaskar scheidt van Afrika. Lunchen met zicht op zee. Wat luieren aan het zwembad en zwemmen! ‘s Avonds liggend in een strandstoel kijken naar de ondergaande zon. Een vrouw met oranje beschilderd gelaat (tegen zonnebrand) verkoopt sjaals. Een paar kinderen proberen houten zebu-beeldjes of dito potjes te slijten aan de enkele ongeïnteresseerde toeristen van de lodge. Eindelijk een keer “slow travel” want zo “slow” zijn de laatste twee weken niet geweest.
P.S. Betty is weer de oude, of - sorry - de jonge.