Ranomafana.

 04/11/2018

Eerste dag van twee in Ranomafana! In het nationaal park kiezen we voor het “gemakkelijke” wandelcircuit van drie tot vier uur. Maar gemakkelijk is met een flinke korrel zout te nemen. Het goed aangelegde pad stijgt en daalt voortdurend. Bovendien is het bewolkt en zwoel. Dat wordt zweten in het tropische woud.

Onze vrouwelijke gids spreekt niet zo vlot Frans en met Latijnse benamingen van planten zijn we niet veel. We begrijpen wat een palissander boom is. We kunnen nu ook de ravenala of “arbre du voyageur” herkennen. Dat is een soort palmboom waarvan de bladeren allemaal in één vlak staan, nationaal symbool van Madagaskar. En we zien wilde koffieplanten.

Hier in Ranomafana zijn er de “guides” en de “pisteurs”. De gidsen stappen met de klanten mee; de pisteurs of spotters staan hier en daar in het woud opgesteld. Er wordt druk tussen guides en pisteurs heen en weer gebeld. Het levert ons wat op. We zien - weliswaar steeds hoog in de bomen, dus moeilijk voor foto’s - vier soorten maki’s:
• een roodbuikmaki;
• twee soorten Sifaka’s, de op één na grootste maki’s (de grootste zijn de Indri die we in Andasibe zagen);
• en de gouden bamboemaki, symbool van het park.

Maar een ander beest komt de show stelen: de ringstaart vontsira! Ziet er uit als een mongoose en wordt dikwijls verkeerdelijk zo genoemd. Deze 35 cm grote kerel loopt ons bedaard op een paar meter afstand voorbij.

Vontsira - Madagaskar

Roosbuikmaki - Madagaskar
‘s Namiddags verkennen we de omgeving van het hotel en het dorpje Ranomafana zelf.
Een metalen voetgangersbrug over de Namorona rivier is jaren geleden ingestort en half weggespoeld. Het lijkt er op alsof de lokale bevolking zelf de handen uit de mouwen heeft gestoken: met boomstammen en planken is een wankele houten brug gemaakt. Die leidt ons naar - zowaar - een buitenzwembad, druk bezocht door de “locals”. Het zwembad wordt gevoed door warmwaterbronnen. De omgeving ademt vergane en vervallen Franse koloniale glorie uit.

Ranomafana bridge - Madagaskar
Ook het centrum van het dorpje moeten we gezien hebben. Dat is opnieuw ogen uitkijken op het straattoneel. Luidruchtige muziek als verkiezingspropaganda; slapende zatlappen in de gracht of langs de kant van de weg (te veel Malagassische rum?); verkoopsters van peper, vanille en kaneel; scheef gezakte koten aan de huizen; wassen en plassen (letterlijk) in de Namorona; taxi- brousse sjokkend door de mensenmassa; een rondscharrelende haan pikt rijst uit een zak aan het kraampje van een verkoper die met glazig-dronken ogen niets in de gaten heeft ... En kinderen op straat: massa’s, van alle maten en formaten.

Madagaskar, het blijft ongemeen boeiend.

Ranomafana village - Madagaskar


05/11/2018


Onze tweede dag in Ranomafana: deze keer staan we om 8 uur reeds aan de ingang van het nationaal park. Het is druk op de kleine parking: een twintigtal auto’s? Deze keer kiezen we voor een wandeling van 5 tot 6 uur. Met dezelfde gids als gisteren. Maar deze keer krijgen we er een eigen pisteur bij, Joseph. 


Het heeft vannacht geregend. De paadjes zijn nog altijd even steil maar wel veel gladder. Deze keer zien we opnieuw de gouden bamboe maki maar ook de grote bamboe maki, de roodbuik maki, sifaka’s ... Af en toe, vooral in het begin van de wandeling, lijkt het een beetje op Kruger-park toestanden. Je loopt alleen op een paadje. Je ziet maki’s en plots ben je omringd door een twintigtal toeristen die uit het niets lijken op te duiken. Opgelet ook voor nekkramp van het vele omhoog turen in het bladerdak. 


Bamboo Lemur Ranomafana

Greater bamboo lemur - Ranomafana


B-ken heeft ook oog voor de kleine beestjes. Ze spot een 2 cm grote bloedzuiger ... op mijn arm! Onze gids peutert die voorzichtig los. We trappen bijna op een reuzenslak, geschat 7 cm. En natuurlijk zien we een 15 cm lange duizendpoot of millipede. We volgen eventjes een coua, een soort koekoek met een fluo-groene plek op zijn kop. 


Coua inRanomafana

Mooie wandeling maar zwaar ... af en toe uitrusten ... bij een waterval bij voorbeeld. 

Zes uur later staan we terug aan ons vertrekpunt. Iemand toont ons een giraf kever en nog een millipede en een 3 cm grote soort “meikever” (dat is ten minste hoe Justin het beestje noemt) en in ruil voor zijn diensten vraagt hij 2.000 Ar (=0,5 €). Tja, ze zijn hier arm.


Tot veel meer dan een late lunch op het terras van hotel-restaurant Manja, met zicht op de vallei van de Namorona zijn we niet meer in staat. Rustig genieten van het zicht ... Iemand wandelt voorbij met een varken aan een touw ... Madagaskar!


Morgen verlaten we het regenwoud en zakken verder af naar het zuiden. Vermoedelijk 4 dagen lang afgesloten van elke communicatie.