Ontmoetingen met de politie - deel 2: Vic Falls.
Vandaag, maandag 17 november 2014: iets later opstaan, 6 uur, want ons plan is om 7 uuur te vertrekken uit Camp Hwange. Zo gezegd, zo gedaan: even na 7 hebben we afscheid genomen van de Camp Hwange staff en rijden we het kamp uit. Op naar Victoria Falls in het noorden, doorheen het Hwange National Park via de Sinamatella gate.
Minder leuk is de volgende controle, een paar kilometer verder. De agent van dienst wil ons TIP-document zien, Temporary Import Document, één van de vele documenten die in Beitbridge zijn afgestempeld. Dat vraagt enig zoekwerk maar we halen het bewuste document naar boven. Dan vraagt de flik aan Stijn, die opnieuw onze chauffeur is, of hij weet wat hier de snelheidslimiet is. "Jazeker: 80 km per uur". Daarop komt een andere agent een bestoft en oud toestel tonen, een zogenaamde snelheidsmeter, waarop hij in digitale cijfers het getal 95 produceert. Te snel gereden! Stijn, en wij allemaal, zijn er van overtuigd dat dit niet waar is: we hebben ons steeds nauwgezet aan de toegestane limieten gehouden. Maar er helpt geen lievemoederen aan: opnieuw een "Admission of guilt" en $ 10 boete. Nondenondenonde ... dat allemaal voor de staatskas vanMugabe Zimbabwe: we krijgen netjes een officieel document. En nog voor we Vic Falls binnen rijden worden we zowaar gestopt door drie gewapende militairen, mitrailleur over de schouder! Sjofele, zelfs gescheurde uniformen. Maar ze zijn alleen maar op een lift naar de luchthaven uit, en gezien we vol zitten: doorrijden!
Al morrend rijden we Victoria Falls binnen en checken in, in Lokhutula lodge. Deze keer hebben we een timeshare huis met drie slaapkamers in een natuurdomein. Bushbuck, warthog en bavianen patrouilleren in het domein. We lunchen in het nabij gelegen restaurant "The Boma", buiten op het terras, naast het zwembad.
Op dan naar de Victoria watervallen. In Victoria Falls zelf worden we "overvallen" door verkopers van "van alles". Beeldjes, fruitschalen, oude Zimbabwaanse bankbiljetten van miljoenen dollars. Sommige verkopers zien er duidelijk ondervoed uit. Triest maar als je iets van de ene koopt, krijg je er tien andere op je nek. Sommigen willen ruilen voor je schoenen, of je T-shirt. Overdonderd zijn we door deze relatieve drukte. We trekken het bureau van de toeristische dienst binnen - stoffig en vervallen - en vragen of ze daar het boek "Victoria Falls Information Guide hebben". Nee dat hebben ze niet. Maar geen nood: een vriend van de man achter de balie zou ons morgen een exemplaar kunnen bezorgen. Dat aanbod slaan we beleefd af: we zullen het wel zonder boek en alleen met onze Bradt-guide doen. We slagen er ook in heelhuids door de "aanvallen" van de vele prullaria-verkopers te komen en betalen $ 150 voor onze "inkom" voor de Falls.
Van daar volgen we de klassieke wandeling. Vanaf het standbeeld van Livingstone, via devils's catarct naar de rest van de 1,7 km brede watervallen op de Zambezi rivier.
Indrukwekkend, dat wel. Het begint echter te regenen ( dat hadden we aanvankelijk niet door omwille van de regendruppels afkomstig van de watervallen). Dus regenjassen aan en verder wandelen in een miezerige motregen. Iedere bocht van het wandelpad biedt een ander uitzicht op de watermassa die zich 100 meter diep in de kloof van basaltrotsen stort. En op het eind is er de brug over de Zambezi, met de grens tussen Zimbabwe en Zambia precies in het midden van de brug. Dat is er duidelijk aan te zien: geschilderd langs de kant van Zambia ... Verwaarloosd langs de kant van Zimbabwe.
Tijd nu voor inkopen want de volgende twee dagen hebben we "self-catering" formule. Dat is ook weer een belevenis op zich. De supermarkt is in een hoge hangar ingericht. De neon-lampen aan het plafond geven te weinig licht en alles baadt in een donkere atmosfeer. De producten die wij kopen zijn duur - minstens zo duur als in Europa - maar zakken rijst, meel, aardappelen - wat het gros van de aankopen van de " locals" lijkt te zijn - is dan weer goedkoop. Wij en onze shopping-kar hebben veel bekijks! Ook ons totale bedrag van aankoop - meer dan $ 100 - wekt de interesse, verbazing en waardering van de andere winkelaars EN de kassierster. Nieuwsgierig maar zeer vriendelijk vraagt ze welke taal we spreken en waar we vandaan komen. "Ha, from Belgium. The Red Devils". Dat kennen ze hier blijkbaar overal.
Terug naar "huis" voor een dineetje door David geprepareerd: chili con carne! Smaakt heerlijk.
Zoals gewoonlijk de laatste dagen kruipen we vroeg onder de wol want doodmoe en overrompeld door allerlei nieuwe indrukken.
Onderweg toch nog wat profiteren van de natuur en ... spotten maar ... veel gieren deze keer en een marabou! Ook oog voor de kleine dingen: een luipaard-schildpad (mannetje) langs de kant van de weg. De vele warthogs, impala's en andere antilopen vermelden we niet eens meer.
Eens we het park verlaten wordt de omgeving compleet anders: we rijden plots door een open steenkoolmijn. Dit moet ontegensprekelijk het mijnstadje Hwange zijn. Terrils langs beide kanten van de weg. Gigantische graafmachines en steenkooltrucks passeren ons. We rijden nu letterlijk op een weg van steenkool. Een paar slagbomen gaan voor ons open en weer dicht. De schok is groot: van puur natuur naar zware industrie! Een indringende teer- en steenkoolgeur dringt de auto binnen. Een sproeiwagen probeert tevergeefs het steenkoolstof te blussen.Welkom dus in stad Hwange! Een paar kilometer verder staat een bord "Welcome for passing through our mine". Daarna wordt de eindeloos lange asfaltweg weer eentonig.
Eens we het park verlaten wordt de omgeving compleet anders: we rijden plots door een open steenkoolmijn. Dit moet ontegensprekelijk het mijnstadje Hwange zijn. Terrils langs beide kanten van de weg. Gigantische graafmachines en steenkooltrucks passeren ons. We rijden nu letterlijk op een weg van steenkool. Een paar slagbomen gaan voor ons open en weer dicht. De schok is groot: van puur natuur naar zware industrie! Een indringende teer- en steenkoolgeur dringt de auto binnen. Een sproeiwagen probeert tevergeefs het steenkoolstof te blussen.Welkom dus in stad Hwange! Een paar kilometer verder staat een bord "Welcome for passing through our mine". Daarna wordt de eindeloos lange asfaltweg weer eentonig.
We rijden door een woud van lage Mopane bomen. Zonder een dorp tegen te komen. Zimbabwe met zijn - geschatte - 12 miljoen inwoners lijkt leeg te zijn. Uiteraard af en toe een politie-controle "in the middle of nowhere". Het valt op dat de politieagenten geen auto hebben, nergens ... Wat zou er gebeuren als we zo een controle zouden negeren en doorrijden? Het middaguur zijn we al gepasseerd wanneer we Victoria Falls naderen. Opnieuw politie controle: erg vriendelijke flik die vraagt waar we heen gaan en - als hij hoort dat het Vic Falls is - een aantal praktische tips geeft over wat we er allemaal kunnen gaan doen. Leuk!
Minder leuk is de volgende controle, een paar kilometer verder. De agent van dienst wil ons TIP-document zien, Temporary Import Document, één van de vele documenten die in Beitbridge zijn afgestempeld. Dat vraagt enig zoekwerk maar we halen het bewuste document naar boven. Dan vraagt de flik aan Stijn, die opnieuw onze chauffeur is, of hij weet wat hier de snelheidslimiet is. "Jazeker: 80 km per uur". Daarop komt een andere agent een bestoft en oud toestel tonen, een zogenaamde snelheidsmeter, waarop hij in digitale cijfers het getal 95 produceert. Te snel gereden! Stijn, en wij allemaal, zijn er van overtuigd dat dit niet waar is: we hebben ons steeds nauwgezet aan de toegestane limieten gehouden. Maar er helpt geen lievemoederen aan: opnieuw een "Admission of guilt" en $ 10 boete. Nondenondenonde ... dat allemaal voor de staatskas van
Al morrend rijden we Victoria Falls binnen en checken in, in Lokhutula lodge. Deze keer hebben we een timeshare huis met drie slaapkamers in een natuurdomein. Bushbuck, warthog en bavianen patrouilleren in het domein. We lunchen in het nabij gelegen restaurant "The Boma", buiten op het terras, naast het zwembad.
Op dan naar de Victoria watervallen. In Victoria Falls zelf worden we "overvallen" door verkopers van "van alles". Beeldjes, fruitschalen, oude Zimbabwaanse bankbiljetten van miljoenen dollars. Sommige verkopers zien er duidelijk ondervoed uit. Triest maar als je iets van de ene koopt, krijg je er tien andere op je nek. Sommigen willen ruilen voor je schoenen, of je T-shirt. Overdonderd zijn we door deze relatieve drukte. We trekken het bureau van de toeristische dienst binnen - stoffig en vervallen - en vragen of ze daar het boek "Victoria Falls Information Guide hebben". Nee dat hebben ze niet. Maar geen nood: een vriend van de man achter de balie zou ons morgen een exemplaar kunnen bezorgen. Dat aanbod slaan we beleefd af: we zullen het wel zonder boek en alleen met onze Bradt-guide doen. We slagen er ook in heelhuids door de "aanvallen" van de vele prullaria-verkopers te komen en betalen $ 150 voor onze "inkom" voor de Falls.
Van daar volgen we de klassieke wandeling. Vanaf het standbeeld van Livingstone, via devils's catarct naar de rest van de 1,7 km brede watervallen op de Zambezi rivier.
Indrukwekkend, dat wel. Het begint echter te regenen ( dat hadden we aanvankelijk niet door omwille van de regendruppels afkomstig van de watervallen). Dus regenjassen aan en verder wandelen in een miezerige motregen. Iedere bocht van het wandelpad biedt een ander uitzicht op de watermassa die zich 100 meter diep in de kloof van basaltrotsen stort. En op het eind is er de brug over de Zambezi, met de grens tussen Zimbabwe en Zambia precies in het midden van de brug. Dat is er duidelijk aan te zien: geschilderd langs de kant van Zambia ... Verwaarloosd langs de kant van Zimbabwe.
Tijd nu voor inkopen want de volgende twee dagen hebben we "self-catering" formule. Dat is ook weer een belevenis op zich. De supermarkt is in een hoge hangar ingericht. De neon-lampen aan het plafond geven te weinig licht en alles baadt in een donkere atmosfeer. De producten die wij kopen zijn duur - minstens zo duur als in Europa - maar zakken rijst, meel, aardappelen - wat het gros van de aankopen van de " locals" lijkt te zijn - is dan weer goedkoop. Wij en onze shopping-kar hebben veel bekijks! Ook ons totale bedrag van aankoop - meer dan $ 100 - wekt de interesse, verbazing en waardering van de andere winkelaars EN de kassierster. Nieuwsgierig maar zeer vriendelijk vraagt ze welke taal we spreken en waar we vandaan komen. "Ha, from Belgium. The Red Devils". Dat kennen ze hier blijkbaar overal.
Terug naar "huis" voor een dineetje door David geprepareerd: chili con carne! Smaakt heerlijk.
Zoals gewoonlijk de laatste dagen kruipen we vroeg onder de wol want doodmoe en overrompeld door allerlei nieuwe indrukken.