Vergane glorie en verval.

Woensdag, 19 november: lange rit (410 km) naar Bulawayo voor de boeg.

We testen een nieuwe anti-boete strategie uit. Beslist is dat een oudere, respect-afdwingende man zal sturen (ik dus), dat we geen GPS zichtbaar in de auto laten, wel de Bradt-guide ... Op hoop van succes. De zon is weer van de partij hoewel we zijn gestart onder een bewolkte lucht. De eerste controles gaan goed: we kunnen onmiddellijk verder rijden of toch mits een vriendelijk praatje. Maar dan gaat het weer mis, opnieuw omwille van de zogezegd verplichte rode reflecterende strip. Vast tarief: $ 10. En nochtans ... bij een volgende controle wordt de auto van buiten nauwgezet onderzocht, er wordt een - waarschijnlijk - "chef" bij gehaald. Maar toch is alles OK, inbegrepen het niet-aanwezig zijn van de strip! Maar je wordt er wel filosofisch bij ... we laten het vanaf nu maar over ons komen.

Een drankje onder de weg bij "Halfway Monument", de enige stopplaats die er leuk uit ziet. En rond de middag onze boterhammetjes aanspreken op een "lay by", uitwijkplaats langs de weg. Een veehoeder met kudde passeert traag, aan het tempo van zijn koeien. We hebben nog wat boterhammetjes over en bieden hem die aan. Wat hij in dank aanneemt. "Thank you" is echter zowat zijn volledige Engelse woordenschat. De kudde en de hoeder trekken verder door het Mopane-woud... Twee kindjes komen bedremmeld aangewandeld vanuit een paar verre rondavels. We hebben nog "chili con carne" met rijst over, perfect bewaard in een brooddoos in onze auto-koelkast. Kijken mekaar even aan en geven de chili met brooddoos en al weg, niet zonder een ongemakkelijk gevoel ... Hoewel de kindjes het in dank aannemen. Het kleinste (4 jaar?) stapt er onmiddellijk mee terug naar huis. Het oudste (10 jaar?) wuift ons bedeesd uit. Op nu naar Bulawayo.

Sondela Guest House: doet denken aan een oud Victoriaans hotel. Prachtig van buiten. Zeer mooie tuin. Binnen tapijten en parket alom. 
Een snooker kamer, een "smoking room", een ontbijtruimte, een bar ... Overal boekenrekken proppensvol boeken, of oude foto's en schilderijen, of borden in wat op Delfts blauw lijkt - en het misschien ook is - of zilverwerk, of een ivoren slagtand, fijn bewerkt. Maar alles oud, versleten, aftands, afgeleefd. Prudence, de corpulente zwarte manager toont ons de weg in het huis. Kamers worden niet op slot gedaan. Er is een "honesty-bar". Alles is hier op basis van vertrouwen! Maar er is voor het eerst tijdens onze reis wifi op de kamer!

Tijd om wat uit te rusten aan het zwembad. Daarna nog een wandelingetje in de stad. Langs het "Natural History museum" wat er van buiten nog een redelijk mooi gebouw uit ziet maar 
niet onderhouden. Dat geldt ook voor het park waar het in ligt. Vuil en afval overal. Een afgeleefde speeltuin met daarin een oud pantservoertuig als speeltuig. Een smalspoor voor een treintje door het park maar dat vermoedelijk al jaaaaren niet meer rijdt. Toch iets wat wel is onderhouden: een "lawn bowling club" waar blanke zeventig-plussers een spelletje aan het spelen zijn. Een idyllisch riviertje door het park is verworden tot een bruin-zwarte stinkende open riool waarop allerlei afval drijft. In het stadscentrum voelen we ons helemaal niet op ons gemak. Geen blanken op straat. We hebben veel bekijks. We worden aangesproken door iemand die voorstelt om bij hem thuis kip te komen eten ... Iemand anders spreekt ons aan en zegt "Is there a problem? You guys look so stressed!" Dat zijn we waarschijnlijk ook: de vermeende bedreiging zit waarschijnlijk eerder in ons hoofd dan dat ze reëel is. Toch is het niet leuk. Bulawayo moet ooit een mooie stad zijn geweest met haar dambordstructuur en oude koloniale huzien. Maar alles is nu zo verlept ...

Prudence heeft voor ons vanavond het "New Orleans" restaurant geboekt, ooit het beste van de stad, onder de naam Betty Sondela! Het restaurant ligt op zo'n kleine 4 km van Sondela. Dus er heen met de auto. Het ziet er redelijk "chic" uit van binnen maar het eten is - naar onze normen - maar zus en zo. Het kliënteel lijkt bovendien een karikatuur van zichzelf. Er is een tafel met acht opgedirkte zwarten die meer met hun joekels van smartphones bezig zijn dan met wat anders. Er is een tafeltje met twee oudere, blanke "rangers" in typische safari-outfit met te korte shorts en verwilderde haargroei overal. Een derde tafeltje ook al met een soort blanke "gids" die de andere twee kent. En wij ...

Niet zo laat, acht uur dertig, rijden we terug naar Sondela. En dan wordt het nog eventjes spannend. David's iPhone en Tom-Tom GPS, die ons overigens al uitstekend van pas is gekomen, laat het tijdelijk afweten. Geen sateliet-contact? Dan maar op het gevoel in de pikdonkere nacht rijden, zonder enige verlichting of aanduiding! Goede keuzes gemaakt: we rijden Bulawayo binnen. Hier is er wel straatverlichting maar waar is Sondela? Het voelt of we zomaar wat rond rijden. Langs hoofdstraten en duistere achterbuurten. Ongerustheid stijgt. Proberen zo weinig modelijk te stoppen. Komaan Tom-Tom. Herkennen we niet iets? Jawel de stank van het parkriviertje! Dan plots spreekt en orakelt de GPS weer! Gelukkig: tien minuten later staan we bij Sondela. Daar verwelkomt ons de eigenaar. Ook al een karikatuur: een rijzige en grijzende blanke zeventiger in een walm van pijpengeur. Past perfekt bij zijn huis.
Goede nacht, vanuit een oude Victoriaanse kamer zo groot als een balzaal.