View of the World.

Matobo, Big Cave Camp, 13 november, 2014.

Het heeft vanacht nog geregend. Maar om 6u45 ben ik klaar voor een jogging met Evelien. Toegestaan want geen echt gevaarlijke dieren in de omgeving, behalve dan luipaard. De temperatuur is vermoedelijk iets meer dan 20° en luchtvochtigheid is ideaal. Fantastisch gevoel, zo'n loopje in Zimbabwe, in de natuur, tussen de rotsen van Matobo. Zebra en wildebeest lopen verschrikt weg. We ontwijken een kikker op het zandpad. Alles ziet er veel groener uit dan gisteren, vooral het "resurrection weed" - dat lijkt maanden dood en verdord - doet zijn best om snel groen te worden, al na 4 tot 5 uur regen. Na zo'n 40 minuten besluiten we de korte weg naar onze huisjes, dat wil zeggen: over de berg, te nemen. Terwijl Evelien als een klipspringertje over de rotsen lijkt te zweven, sleur, duw en trek ik mezelf naar boven. Prachtig uitzicht op de top. En dan, na eventjes zoeken en afdwalen van het rechte pad, naar beneden, naar onze huisjes. 

Acht uur: aan het hoofdgebouw van de lodge slaat de tam-tam. Tijd voor ontbijt. 
Bezoek aan Matabo National Park hebben we voor vandaag geprogrammeerd. Shepherd geeft ons een paar nuttige tips: welke de beste toegangspoort is, wat we zeker wel en misschien maar niet moeten zien. Lunchpakket mee van de lodge en we zijn weg: 15 km verlaten weg, tot net voor een politiecontrole en daar moeten we rechtsaf - ontwijken zo de controle - en ... we zijn er. 

Matobo is met zijn 425 km2 één van de kleinste parken van Zimbabwe maar staat op nummer twee wat betreft bezoekersaantal. Dat is er op dit moment niet aan te zien. Bij het inschrijven aan de ingang, zie ik dat we vandaag auto n° 3 zijn en dat er gisteren in totaal vier auto's waren! Eerste stop in het park: een monument ter ere van slachtoffers uit de wereldoorlogen. Hadden we mogen overslaan: verwaarloosd, oubollig en niet mooi. Tweede stop: "White Rhino shelter", een grot met rotstekeningen. Mooi maar die gisteren in Big Cave Camp waren minstens even mooi. Derde stop: View of the World en het graf van Cecil Rhodes, de stichter van het vroegere Rhodesië, nu Zimbabwe.

Je moet het levensverhaal van de man er maar eens op na lezen, maar in een notedop: stichter van "De Beers" goudmijnen, avonturier, strateeg, gehaaid politicus, intrigant die door 
een combinatie van overredingskracht, geweld en bedrog uiteindelijk zijn "eigen land" verwierf. Ook zijn begraafplaats - hij stierf relatief jong op 48-jarige leeftijd in 1902 - koos hij zelf: hier bovenop één van de heuvels van Matobo. Goed gekozen: prachtig uitzicht - Rhodes zelf noemde het "View of the World". De natuur heeft hier een aantal gigantische rotsblokken op een Matobo neergepoot. De bruin-rode rotsen zijn begroeid met gele, oranje en groene lichen (=korstmossen). Een paartje olifant spitsmuizen ("elephant shrew") speelt verstoppertje op, rond en onder de rotsblokken.
Een eindje verder op de top liggen twee kompanen van Rhodes begraven. En nog wat verder verpest een spuuglelijk monument voor een aantal - uiteraard blanke - helden van de oorlog tegen de Ndebele een deel van de charme van deze plek. Hadden we al gisteravond niet een vergelijkbaar mooi panorama gehad in "Big Cave", dan hadden we het uitzicht waarschijnlijk nog spectaculairder gevonden. Nu was ons gevoel: "Ook mooi"! Gek ook dat een gedenksteen vertelt dat "... these men have served their country well". Hoezo "their country"? Was dat niet Engeland? En hadden ze dit land niet gestolen van de lokale Ndebele en Shona bevolking?

Maar genoeg gefilosofeer. Tijd nu om de grotten met muurschilderingen van Matobo National Park te bezoeken. Als eerste de Pomongo Cave met museum. Het museum is eigenlijk in een soort van hangar met strooien dak en is absoluut oubollig en verouderd. De jaren vijftig bij ons!  Bij de ingang biedt een lokale gids gratis zijn diensten aan. Hij is zo gelukkig als we zijn aanbod aannemen! Rondleiding duurt zo'n 10 minuten. Dan met hem naar de grot, een 50 meter verder. Redelijke teleurstelling: dit is wel één van de grootste grotten maar de tekeningen zijn sterk vervaagd door vroegere verkeerde conservatie-inspanningen. Op dan naar de volgende grot. Echter niet zonder eerst ons lunchpakket aan te spreken aan de rand van een dam.

Een onverdeeld succes is dat niet. Het lunchpakket is perfect maar we worden geplaagd door Mopane-vliegen, kleine vervelende bijen eigenlijk, die niet steken maar in zwermen rond je kop zweven en op je ogen, mond en oren willen gaan zitten. 't Wordt dan ook een snelle lunch. 

Onze volgende grot met San-muurschilderingen is absoluut de moeite waard! En moeite moeten we er voor doen. Bij een bewolkte hemel en drukkende warmte een steil pad op, tot aan de "Nswatugi cave". Prachtige fries met giraffe, kudu, zebra en allerlei menselijke en dierlijke figuren.
We besluiten om ook nog even het "wilde dieren deel" van het Matobo-park te bezoeken. Op het vlak van dieren spotten wordt dat echter een relatieve teleurstelling. Behalve drie giraffen, wat klipspringertjes en een neushoornvogel die een schorpioen in zijn bek heeft geklemd, is er niet zo veel te "spotten". Wel kunnen we de "mother and child" bewonderen: een van de meer bizarre rotsformaties van Matobo en tegelijkertijd het visitekaartje van het Nationaal Park. Ruimschoots tijd nu om terug te keren naar "Big Cave". Op het domein zien we nog een paar "martial eagles": een paar grote arenden, samen zittend op een boomtak langs de weg. Maar tijd ook voor een drankje - het lokale Lion bier - en een hapje (worstenbroodje) vooraleer we samen met Shepherd en Dana opnieuw aan tafel schuiven voor het avondeten. Twee lokale "cullinaire" specialiteiten zijn het nog waard om vernoemd te worden: chips van aardappelschillen en "crackers", gefrituurd varkensvel ... Geen onverdeeld positieve meningen!

Opnieuw regen 's avonds. Rond de lodge en op de rotsen zit het vol kikkers. Duizenden insecten ook, rond, en soms in, onze huisjes. Vooral het huisje van Stijn en Evelien lijkt geteisterd door een invasie van een soort vliegmieren. Oplossing van Shepard: lichten binnen uit, buiten aan en ... insecticide spuiten!
De avond eindigt rond het kampvuur, tussen de rotsen ... Morgen trekken we verder.